1. NAME OF THE MEDICINAL PRODUCT
Microgynon 30
0.15 mg / 0.03 mg, coated tablets
2. QUALITATIVE AND QUANTITATIVE COMPOSITION
21 hormone-containing beige coated tablets:
Each coated tablet contains 0.15 mg of levonorgestrel and 0.03 mg of ethinyl estradiol.
Excipients with known effect: lactose (as monohydrate) 32,820 mg, sucrose 19,371 mg.
For the full list of excipients, see section 6.1.
3. PHARMACEUTICAL FORM
Coated tablets.
The tablet is beige, round with convex surfaces.
4. CLINICAL DATA
4.1 Therapeutic indications
Oral contraception
The decision to prescribe Microgynon 30 should take into account the individual woman's current risk factors, in particular the risk factors for venous thromboembolism (VTE) and how the risk of VTE with Microgynon 30 compares to the risk with other combined hormonal contraceptives (see sections 4.3 and 4.4).
4.2 Dosage and method of administration
Method of administration
Oral use.
Dosage
Hoe Microgynon 30 in te nemen
Combinatie orale anticonceptiva hebben een falingsfrequentie van ongeveer 1 % per jaar, wanneer ze correct worden ingenomen. De falingsfrequentie kan toenemen wanneer tabletten worden vergeten of niet correct worden ingenomen.
De tabletten moeten elke dag op ongeveer hetzelfde tijdstip worden ingenomen zonodig met wat vloeistof, in de volgorde die op de verpakking staat aangegeven. Gedurende 21 opeenvolgende dagen moet dagelijks één tablet worden ingenomen. Elke volgende blisterverpakking begint na een interval van 7 dagen zonder tabletten. Tijdens dit interval treedt gewoonlijk een onttrekkingsbloeding op. Deze bloeding begint meestal op dag 2-3 na de laatste tablet en is niet altijd beëindigd vooraleer met de volgende blisterverpakking wordt begonnen.
Hoe met Microgynon 30 te beginnen
- Geen voorafgaand hormonaal anticonceptivum (in de vorige maand)
Het innemen van de tabletten dient op de eerste dag van de natuurlijke cyclus van de vrouw te starten (d.i. op de eerste dag van haar menstruatie). Het is ook toegestaan om op dag 2-5 te beginnen maar tijdens de eerste cyclus wordt ter aanvulling tevens een barrièremiddel aanbevolen op de eerste 7 dagen dat tabletten worden ingenomen.
- Overschakelen na een ander combinatie hormonaal anticonceptivum (combinatie oraal anticonceptivum / COAC), vaginale ring, pleister voor transdermaal gebruik
Bij voorkeur moet de vrouw met Microgynon 30 beginnen op de dag na de inname van de laatste hormoon-bevattende tablet van haar voorafgaand COAC, maar ten laatste op de dag die volgt op de gebruikelijke tabletvrije periode (of de laatste hormoonvrije tablet) van haar voorafgaand COAC. In het geval dat een vaginale ring of een transdermale pleister werd gebruikt, moet de vrouw bij voorkeur beginnen op de dag van het verwijderen van de laatste ring of pleister van een cyclusverpakking, maar ten laatste op de dag dat het volgende toedienen was voorzien.
- Overschakelen na een uitsluitend progestageen methode (minipil, injectie, implantaat) of van een progestageen afgevend intra-uterien systeem (IUS)
De vrouw mag overschakelen van een minipil wanneer zij wil (van een implantaat of van een IUS op de dag van het verwijderen, van een injectiepreparaat wanneer de volgende injectie voorzien was), maar in al deze gevallen dient men haar aan te bevelen aanvullend een barrièremiddel te gebruiken tijdens de eerste 7 dagen dat tabletten worden ingenomen.
- Na een abortus in het eerste trimester
De vrouw mag direct beginnen.In dit geval heeft zij geen aanvullende anticonceptieve maatregelen nodig.
- Na een bevalling of na een abortus in het tweede trimester
Voor vrouwen die borstvoeding geven, zie rubriek 4.6
Aangeraden wordt om te starten op dag 21 tot 28 na de partus of na de abortus in het tweede trimester. Als een vrouw later begint, dan moet men haar aanraden om aanvullend een barrièremiddel te gebruiken tijdens de eerste 7 dagen van tabletinname. Mocht evenwel reeds geslachtsgemeenschap hebben plaatsgevonden, dan moet zwangerschap worden uitgesloten vooraleer effectief met het COAC te starten ofwel moet de vrouw haar eerste menstruatie afwachten.
Wat te doen na het vergeten van tabletten
Indien de gebruikster minder dan 12 uur te laat is met het innemen van een tablet, dan is de contraceptieve betrouwbaarheid niet verminderd. De vrouw dient de tablet in te nemen zodra ze er aan denkt en de volgende tabletten in te nemen op de gebruikelijke tijden.
Als ze meer dan 12 uur te laat is met het nemen van een tablet, dan kan de contraceptieve betrouwbaarheid verminderd zijn. In geval van vergeten tabletten kunnen volgende 2 basisprincipes gevolgd te worden:
- Het innemen van tabletten mag nooit langer dan 7 dagen onderbroken worden.
- 7 dagen ononderbroken tablet-inname zijn noodzakelijk om een adequate onderdrukking van de hypothalamus-hypofyse-ovaria-as te bereiken.
Bijgevolg geldt in de dagelijkse praktijk volgend advies:
- Week 1.
De gebruikster dient de laatste vergeten tablet in te nemen zodra ze er aan denkt, ook al zou dit betekenen dat ze twee tabletten tezelfdertijd neemt. Daarna gaat zij verder met het nemen van de volgende tabletten op haar gebruikelijke tijd. Bovendien moet een barrièremethode zoals een condoom gedurende de volgende 7 dagen toegepast worden. Als tijdens de 7 dagen vóór het overslaan geslachtsgemeenschap heeft plaatsgevonden, dient de mogelijkheid op zwangerschap overwogen te worden. Hoe meer tabletten vergeten zijn en hoe dichter zij bij het normale tabletvrije interval liggen, hoe hoger het risico van een zwangerschap.
- Week 2.
De gebruikster dient de laatste vergeten tablet in te nemen zodra ze er aan denkt, ook al zou dit betekenen dat ze twee tabletten tezelfdertijd moet innemen. Daarna gaat zij verder met het nemen van de volgende tabletten op haar gebruikelijke tijd. Op voorwaarde dat de vrouw haar tabletten gedurende de 7 dagen voor de eerste vergeten tablet, correct heeft ingenomen, is er geen noodzaak voor aanvullende contraceptieve voorzorgen. Indien dit echter niet het geval is, of indien ze meer dan 1 tablet vergeten is, dient de vrouw geadviseerd gedurende 7 dagen aanvullende voorzorgen te nemen.
- Week 3.
Het risico van een verminderde betrouwbaarheid is groot door het naderende tabletvrije interval. Door aanpassen van het tablet-inname schema kan echter een vermindering van de contraceptieve bescherming nog voorkomen worden. Wanneer de vrouw zich aan één van de volgende 2 opties houdt, zijn er bijgevolg geen aanvullende contraceptieve voorzorgen nodig, op voorwaarde dat de vrouw 7 dagen voor de eerste vergeten tablet alle tabletten correct heeft ingenomen. Is dit niet het geval dan dient de vrouw geadviseerd de eerste mogelijkheid te volgen en tevens de volgende 7 dagen aanvullende voorzorgen te nemen.
- De gebruikster dient de vergeten tablet in te nemen zodra ze er aan denkt, ook al zou dit betekenen dat ze twee tabletten tezelfdertijd neemt. Daarna gaat zij verder met het nemen van de volgende tabletten op haar gebruikelijke tijd. De volgende blisterverpakking dient begonnen zodra de vorige leeg is, dus zonder pauze tussen de blisterverpakkingen. Wellicht zal de gebruikster geen onttrekkingsbloeding hebben vóór het einde van de tweede blisterverpakking, maar ze kan spotting of doorbraakbloeding hebben tijdens de dagen dat ze tabletten neemt.
- Men kan de vrouw eveneens adviseren om het innemen van de tabletten uit de aangebroken blisterverpakking te stoppen. Daarna dient zij een tabletvrij interval van ten hoogste 7 dagen in te lassen (de dagen dat ze tabletten vergeten is, inbegrepen) en vervolgens verder te gaan met de volgende blisterverpakking.
Als de vrouw tabletten vergeten heeft en zij vervolgens geen onttrekkingsbloeding heeft in het eerste normale tabletvrije interval, dient de mogelijkheid van een zwangerschap overwogen te worden.
Wat te doen in geval van gastro-intestinale aandoeningen
In het geval van ernstige gastro-intestinale stoornissen, is het mogelijk dat de absorptie niet volledig is en dienen er aanvullende anticonceptieve maatregelen te worden genomen.
Als braken of ernstige diarree optreedt binnen 3-4 uur na de inname van een tablet, geldt hetzelfde advies als bij het vergeten van tabletten dat in rubriek “Wat te doen na het vergeten van tabletten” is gegeven. Als de vrouw haar normale schema van tabletinname niet wil veranderen, moet ze de nodige extra tablet(ten) uit een andere blisterverpakking nemen.
Hoe de maandelijkse bloeding uit te stellen of te verschuiven
Om een maandelijkse bloeding uit te stellen dient de vrouw verder te gaan met de volgende blisterverpakking Microgynon 30 zonder een tabletvrije periode. Het uitstellen kan worden doorgevoerd zolang als gewenst is tot het einde van de tweede blisterverpakking. Tijdens de verlenging kan de vrouw doorbraakbloeding of spotting ondervinden. Na de gebruikelijke tabletvrije periode van 7 dagen wordt dan de normale inname van Microgynon 30 hervat.
Om de menstruatie te verschuiven naar een andere dag van de week dan de vrouw gewoon is met het actuele schema, kan men haar aanraden het eerstvolgende tabletvrije interval te verkorten met het aantal gewenste dagen. Hoe korter het interval, hoe groter het risico dat er geen onttrekkingsbloeding optreedt en dat er tijdens de tweede blisterverpakking doorbraakbloeding en spotting optreedt (net als bij het uitstellen van een menstruatie).
Aanvullende informatie over speciale populaties
Pediatrische patiënten
Microgynon 30 is alleen geïndiceerd na de menarche.
Geriatrische patiënten
Niet van toepassing. Microgynon 30 is niet geïndiceerd na de menopauze.
Patiënten met leverinsufficiëntie
Microgynon 30 is gecontra-indiceerd bij vrouwen met een ernstige leverziekte. Zie ook rubriek 4.3 Contra-indicaties.
Patiënten met nierinsufficiëntie
Microgynon 30 werd niet specifiek onderzocht bij patiënten met een nierinsufficiëntie. Volgens de beschikbare gegevens hoeft de behandeling niet te worden aangepast in deze patiëntenpopulatie.
4.3 Contra-indicaties
Gecombineerde hormonale anticonceptiva mogen in de volgende situaties niet worden gebruikt. Als een van deze aandoeningen voor het eerst optreedt tijdens het gebruik van het gecombineerd hormonaal anticonceptivum dan moet het product onmiddellijk gestaakt worden.
- Overgevoeligheid voor de werkzame stoffen of voor een van de in rubriek 6.1 vermelde hulpstoffen.
- Aanwezigheid van of risico op veneuze trombo-embolie (VTE)
- Veneuze trombo-embolie – bestaande VTE (bij antistollingsmiddelen) of eerder doorgemaakte VTE (bijv. diepe veneuze trombose [DVT] of longembolie [PE])
- Bekende erfelijke of verworven predispositie voor veneuze trombo-embolie, bijvoorbeeld APC-resistentie, (waaronder factor V-Leiden), antitrombine‑III-deficiëntie, proteïne C-deficiëntie, proteïne S-deficiëntie
- Zware operatie met langdurige immobilisatie (zie rubriek 4.4)
- Een hoog risico van veneuze trombo-embolie door de aanwezigheid van meerdere risicofactoren (zie rubriek 4.4)
- Aanwezigheid van of risico op arteriële trombo-embolie (ATE)
- Arteriële trombo-embolie – bestaande arteriële trombo-embolie, eerder doorgemaakte arteriële trombo-embolie (bijv. myocardinfarct) of prodromale aandoening (bijv. angina pectoris)
- Cerebrovasculaire ziekte – bestaande beroerte, eerder doorgemaakte beroerte of prodromale aandoening (bijv. transient ischaemic attack (TIA))
- Bekende erfelijke of verworven predispositie voor arteriële trombo-embolie, bijvoorbeeld hyperhomocysteïnemie en antifosfolipiden-antistoffen (anticardiolipine-antistoffen, lupusanticoagulans)
- Voorgeschiedenis van migraine met focale neurologische symptomen
- Een hoog risico op arteriële trombo-embolie als gevolg van meerdere risicofactoren (zie rubriek 4.4) of door de aanwezigheid van een ernstige risicofactor, zoals:
- diabetes mellitus met vasculaire symptomen
- ernstige hypertensie
- ernstige dislipoproteïnemie
- Ernstige leveraandoening zolang de leverfunctiewaarden niet genormaliseerd zijn.
- Aanwezigheid of anamnese van levertumoren (goedaardige of kwaadaardige).
- Aanwezigheid of vermoeden van maligne aandoeningen die door geslachtssteroïden worden beïnvloed (bv. van de geslachtsorganen of de borsten).
- Vaginale bloedingen waarvan de oorzaak niet is vastgesteld.
- Aanwezigheid of vermoeden van zwangerschap.
Microgynon 30 is gecontra-indiceerd voor gelijktijdig gebruik met geneesmiddelen die ombitasvir/paritaprevir/ritonavir en dasabuvir bevatten, geneesmiddelen die glecaprevir/pibrentasvir of sofosbuvir/velpatasvir/voxilaprevir bevatten (zie rubriek 4.4 en 4.5).
4.8 Bijwerkingen
Samenvatting van het veiligheidsprofiel
De meest gemelde bijwerkingen met Microgynon 30 zijn nausea, abdominale pijn, gewichtstoename, hoofdpijn, depressieve stemming, gemoedswijziging, pijn in de borsten, gevoelige borsten. Deze bijwerkingen komen voor bij 1% van de gebruiksters.
De ernstige bijwerkingen zijn arteriële en veneuze trombo-embolie.
Tabel met bijwerkingen
De volgende bijwerkingen werden gemeld tijdens gebruik van Microgynon 30*:
Systeem / orgaanklasse
| Vaak | Soms | Zelden | Niet bekend |
Oogaandoeningen |
|
| intolerantie voor contactlenzen |
|
Maagdarmstelselaandoeningen | nausea, abdominale pijn | braken, diarree |
|
|
Immuunsysteemaan doeningen |
|
| overgevoeligheid | verergering van symptomen van erfelijk en verworven angio-oedeem
|
Onderzoeken | gewichtstoename |
| gewichtsafname |
|
Voedings- en stofwisselingsstoornissen |
| Vloeistofretentie |
|
|
Zenuwstelselaandoeningen | hoofdpijn | Migraine |
|
|
Psychische stoornissen | depressieve stemming, gemoedswijziging | verminderd libido | verhoogd libido |
|
Voortplantingsstelsel- en borstaandoeningen | pijn in de borsten, gevoelige borsten | Borsthypertrofie | Borstsecretie, |
|
Huid- en onderhuidaandoeningen |
| rash, urticaria | erythema nodosum, erythema multiforme |
|
Bloedvataandoeningen |
|
| arteriële trombo-embolie (ATE), veneuze trombo-embolie (VTE)** |
|
*De tabel vermeldt de meest geschikte MedDRA term om een bepaalde ongewenst effect te beschrijven. Synoniemen of verwante aandoeningen staan niet in de lijst maar men dient er eveneens rekening mee te houden.
** -Geschatte frequentie uit epidemiologische studies die een groep van gecombineerde orale anticonceptiva omvat.
-De termen “arteriële trombo-embolie (ATE), veneuze trombo-embolie (VTE)” vatten de volgende medische termen samen: perifere diepe veneuze occlusie, trombose en embolie / pulmonaire vasculaire occlusie, trombose, embolie en infarct / myocardinfarct / cerebraal infarct en beroerte die niet gespecifieerd is als hemorragisch.
Beschrijving van geselecteerde bijwerkingen
Er is een verhoogd risico waargenomen op arteriële en veneuze trombotische en trombo-embolische voorvallen, waaronder myocardinfarct, beroerte, transiënte ischemische aanvallen, veneuze trombose en longembolie bij vrouwen die gecombineerde hormonale anticonceptiva gebruikten. Hier wordt in rubriek 4.4 dieper op ingegaan.
De bijwerkingen met een zeer lage frequentie of met vertraagde aanvang van de symptomen en die beschouwd worden als gerelateerd aan de groep van gecombineerde orale anticonceptiva, worden hieronder weergegeven (zie ook rubrieken 4.3 “Contra-indicaties” en 4.4 “Bijzondere waarschuwingen en voorzorgen bij gebruik”):
Tumoren
- De frequentie van diagnose van borstkanker is iets hoger bij pilgebruiksters. Aangezien borstkanker zelden voorkomt bij vrouwen jonger dan 40 jaar, is de stijging gering ten opzichte van het algemene risico op borstkanker. Het is onbekend of de combinatiepil dit veroorzaakt. Voor aanvullende informatie, zie rubrieken 4.3 Contra-indicaties en 4.4 Bijzondere waarschuwingen en voorzorgen bij gebruik.
- Levertumoren (benigne en maligne)
Andere aandoeningen
- Vrouwen met hypertriglyceridemie (toegenomen risico op pancreatitis bij gebruik van COAC).
- Hypertensie
- Het optreden of verslechteren van aandoeningen waarvoor geen eenduidig bewijs is dat er een verband bestaat met het gebruik van COAC: aan cholestase gerelateerde geelzucht en/of pruritus; vorming van galstenen; porfyrie; systemische lupus erythematodes; hemolytisch uremisch syndroom; chorea van Sydenham; herpes gestationis; aan otosclerose gerelateerd gehoorverlies.
- Leverfunctiestoornissen
- Veranderingen in de glucosetolerantie of effect op de perifere insulineresistentie.
- Ziekte van Crohn, colitis ulcerosa.
- Chloasma
Interacties
Doorbraakbloedingen en/of falen van de anticonceptie kunnen het resultaat zijn van interacties tussen andere geneesmiddelen (enzyme-inductoren) en orale anticonceptiva (zie rubriek 4.5 “Interacties met andere geneesmiddelen en andere vormen van interactie”).
Melding van vermoedelijke bijwerkingen
Het is belangrijk om na toelating van het geneesmiddel vermoedelijke bijwerkingen te melden. Op deze wijze kan de verhouding tussen voordelen en risico’s van het geneesmiddel voortdurend worden gevolgd. Beroepsbeoefenaren in de gezondheidszorg wordt verzocht alle vermoedelijke bijwerkingen te melden via het nationale meldsysteem.
Federaal Agentschap voor Geneesmiddelen en Gezondheidsproducten
www.fagg.be
Afdeling Vigilantie:
Website: www.eenbijwerkingmelden.be
e-mail: adr@fagg-afmps.be
7. HOUDER VAN DE VERGUNNING VOOR HET IN DE HANDEL BRENGEN
Bayer SA-NV
Kouterveldstraat 7A 301
B-1831 Diegem (Machelen)
8. NUMMERS VAN DE VERGUNNING VOOR HET IN DE HANDEL BRENGEN
België: BE091235
Luxemburg: 2009010081
1x 21 0696571
3x 21 0072075
6x 21 0696584
13x 21 0575737
10. DATUM VAN HERZIENING VAN DE TEKST
Datum van de laatste goedkeuring van de SKP: 07/2024
PRIJZEN
CNK code | Verpakking | ATC5 code | Prijs | Af-fabriek prijs | Voorschriftplichtig | Remgeld reguliere tegemoetkoming | Remgeld verhoogde tegemoetkoming |
---|---|---|---|---|---|---|---|
0057489 | MICROGYNON 30 DRAG 3 X 21 | G03AA07 | € 4,54 | - | Ja | - | - |
2683399 | MICROGYNON 30 DRAG 13 X 21 | G03AA07 | € 32,34 | - | Ja | - | - |