1. NAAM VAN HET GENEESMIDDEL
Optiray 240 mg I/ml, oplossing voor injectie
Optiray 300 mg I/ml, oplossing voor injectie
Optiray 320 mg I/ml,oplossing voor injectie
Optiray 350 mg I/ml, oplossing voor injectie
Optiray 300 mg I/ml, oplossing voor injectie
Optiray 320 mg I/ml,oplossing voor injectie
Optiray 350 mg I/ml, oplossing voor injectie
2. KWALITATIEVE EN KWANTITATIEVE SAMENSTELLING
Optiray 240 mg I/ml: 1 ml oplossing bevat 509 mg ioversol, equivalent aan 240 mg jodium.
Optiray 300 mg I/ml: 1 ml oplossing bevat 636 mg ioversol, equivalent aan 300 mg jodium.
Optiray 320 mg I/ml: 1 ml oplossing bevat 678 mg ioversol, equivalent aan 320 mg jodium.
Optiray 350 mg I/ml: 1 ml oplossing bevat 742 mg ioversol, equivalent aan 350 mg jodium.
Voor de volledige lijst van hulpstoffen, zie rubriek 6.1.
Optiray 300 mg I/ml: 1 ml oplossing bevat 636 mg ioversol, equivalent aan 300 mg jodium.
Optiray 320 mg I/ml: 1 ml oplossing bevat 678 mg ioversol, equivalent aan 320 mg jodium.
Optiray 350 mg I/ml: 1 ml oplossing bevat 742 mg ioversol, equivalent aan 350 mg jodium.
Injectieflacon van Werkzame stof: Ioversol | 15 ml | 20 ml | 50 ml | 60 ml | 100 ml | 200 ml | 500 ml |
Optiray 240 mg I/ml | 7,635 g | - | 25,45 g | - | 50,9 g | 101,8 g | - |
Optiray 300 mg I/ml | - | 12,72 g | 31,8 g | 38,16 g | 63,6 g | 127,2 g | 318 g |
Optiray 320 mg I/ml | - | 13,56 g | 33,9 g | - | 67,8 g | 135,6 g | - |
Optiray 350 mg I/ml | - | 14,84 g | 37,1 g | 44,52 g | 74,2 g | 148,4 g | 371 g |
Voor de volledige lijst van hulpstoffen, zie rubriek 6.1.
3. FARMACEUTISCHE VORM
Oplossing voor injectie
4. KLINISCHE GEGEVENS
4.1 Therapeutische indicaties
Dit geneesmiddel is uitsluitend voor diagnostisch gebruik.
Het geneesmiddel is geïndiceerd voor gebruik voor de volgende indicaties:
Optiray 240 mg I/ml, oplossing voor injectie (bij volwassenen)
- Contrastvulling van de subarachnoïdale ruimten (flacon van 15 ml):
• radiculosaccografie, myelografie, CT-scan van het beenmerg
- Cerebrale angiografie
- Flebografie
- Schedel en total body CT
- Urografie
Optiray 300 mg I/ml, oplossing voor injectie
- I.V. urografie (bij volwassenen en kinderen)
- Schedel en total body CT (bij volwassenen)
- Flebografie (bij volwassenen)
- Digitale I.V. en I.A. angiografie (bij volwassenen)
- Arteriografie (bij volwassenen en kinderen)
Optiray 320 mg I/ml, oplossing voor injectie (bij volwassenen)
- Angiografie (arteriografie en flebografie) in haar totaliteit (inclusief cerebrale en cardiale)
- I.V. urografie
- Schedel en total body CT
Optiray 350 mg I/ml, oplossing voor injectie (bij volwassenen)
- I.V. urografie
- Schedel en total body CT
- Flebografie
- Digitale I.V. en I.A. angiografie
- Angiocardiografie
Het geneesmiddel is geïndiceerd voor gebruik voor de volgende indicaties:
Optiray 240 mg I/ml, oplossing voor injectie (bij volwassenen)
- Contrastvulling van de subarachnoïdale ruimten (flacon van 15 ml):
• radiculosaccografie, myelografie, CT-scan van het beenmerg
- Cerebrale angiografie
- Flebografie
- Schedel en total body CT
- Urografie
Optiray 300 mg I/ml, oplossing voor injectie
- I.V. urografie (bij volwassenen en kinderen)
- Schedel en total body CT (bij volwassenen)
- Flebografie (bij volwassenen)
- Digitale I.V. en I.A. angiografie (bij volwassenen)
- Arteriografie (bij volwassenen en kinderen)
Optiray 320 mg I/ml, oplossing voor injectie (bij volwassenen)
- Angiografie (arteriografie en flebografie) in haar totaliteit (inclusief cerebrale en cardiale)
- I.V. urografie
- Schedel en total body CT
Optiray 350 mg I/ml, oplossing voor injectie (bij volwassenen)
- I.V. urografie
- Schedel en total body CT
- Flebografie
- Digitale I.V. en I.A. angiografie
- Angiocardiografie
4.2 Dosering en wijze van toediening
Dosering
De dosering dient te worden afgestemd op het onderzoek en op de gebieden waar de contrastvloeistof wordt ingespoten, evenals op het gewicht en de nierfunctie van de patiënt, in het bijzonder bij kinderen.
In urografie en CT moet de patiënt nuchter zijn, maar mag wel drinken. In angiografie varieert de gemiddelde dosering afhankelijk van het soort onderzoek. De dosis mag echter niet hoger zijn dan 4-5 ml/kg in herhaalde injecties.
In neuroradiologie (Optiray 240 mg I/ml - 15 ml) varieert de dosering op grond van het voorziene onderzoek.
Indicatieve waarden
Optiray 240 mg I/ml, oplossing voor injectie
Neuroradiologie:
- cisternografie, cervicale myelografie langs latero-cervicale weg: < 10 tot 12 ml
- dorsolumbale myelografie, saccoradiculografie: < 10 tot 15 ml
Cerebrale angiografie: 10 tot 200 ml
Flebografie: 50 tot 100 ml per lidmaat
CT :
- schedel: 50 tot 300 ml
- total body: 50 tot 300 ml
Urografie: 1 tot 2 ml per kg lichaamsgewicht
Optiray 300 mg I/ml, oplossing voor injectie
I.V. urografie: 1 tot 2 ml per kg lichaamsgewicht
CT:
- schedel: 50 tot 250 ml
- total body: 50 tot 250 ml
Flebografie: 50 tot 100 ml per lidmaat
Digitale angiografie langs centrale intraveneuze weg: 10 tot 240 ml in herhaalde injecties
Digitale angiografie langs intra-arteriële weg:
- centrale: 30 tot 200 ml in herhaalde injecties
- selectieve: 5 tot 75 ml
Arteriografie:
- volwassenen: 10 tot 200 ml, varieert volgens de te opacifiëren slagader
- kinderen: 2 ml/kg
Optiray 320 mg I/ml, oplossing voor injectie
In angiografie, I.V. urografie en schedel en total body CT: de indicatieve waarden voor Optiray 320 mg I/ml zijn dezelfde als deze van Optiray 300 mg I/ml.
Optiray 350 mg I/ml, oplossing voor injectie
I.V. urografie: 1 tot 1,5 ml per kg lichaamsgewicht
CT:
- schedel: 50 tot 200 ml
- total body: 50 tot 200 ml
Flebografie: 50 tot 100 ml per lidmaat
Digitale angiografie langs centrale intraveneuze weg: 40 tot 200 ml
Digitale angiografie langs intra-arteriële weg :
- centrale: 25 tot 150 ml
- selectieve: 5 tot 75 ml
Angiocardiografie :
- coronarografie: 4 tot 12 ml per injectie
- ventriculografie: 30 tot 50 ml per injectie
Ouderen
Zelfde dosering als bij volwassenen. Wanneer men onvoldoende contrast verwacht, kan de dosering tot het maximale niveau worden verhoogd.
Pediatrische patiënten
De veiligheid en werkzaamheid van Optiray 240 mg I/ml, 320 mg I/ml en 350 mg I/ml bij kinderen is niet vastgesteld. Dit geneesmiddel mag daarom niet worden gebruikt bij kinderen tot 18 jaar totdat er verdere gegevens beschikbaar zijn. Voor arteriografie en urografie bij kinderen kan Optiray 300 mg I/ml gebruikt worden.
De dosering dient te worden afgestemd op het onderzoek en op de gebieden waar de contrastvloeistof wordt ingespoten, evenals op het gewicht en de nierfunctie van de patiënt, in het bijzonder bij kinderen.
In urografie en CT moet de patiënt nuchter zijn, maar mag wel drinken. In angiografie varieert de gemiddelde dosering afhankelijk van het soort onderzoek. De dosis mag echter niet hoger zijn dan 4-5 ml/kg in herhaalde injecties.
In neuroradiologie (Optiray 240 mg I/ml - 15 ml) varieert de dosering op grond van het voorziene onderzoek.
Indicatieve waarden
Optiray 240 mg I/ml, oplossing voor injectie
Neuroradiologie:
- cisternografie, cervicale myelografie langs latero-cervicale weg: < 10 tot 12 ml
- dorsolumbale myelografie, saccoradiculografie: < 10 tot 15 ml
Cerebrale angiografie: 10 tot 200 ml
Flebografie: 50 tot 100 ml per lidmaat
CT :
- schedel: 50 tot 300 ml
- total body: 50 tot 300 ml
Urografie: 1 tot 2 ml per kg lichaamsgewicht
Optiray 300 mg I/ml, oplossing voor injectie
I.V. urografie: 1 tot 2 ml per kg lichaamsgewicht
CT:
- schedel: 50 tot 250 ml
- total body: 50 tot 250 ml
Flebografie: 50 tot 100 ml per lidmaat
Digitale angiografie langs centrale intraveneuze weg: 10 tot 240 ml in herhaalde injecties
Digitale angiografie langs intra-arteriële weg:
- centrale: 30 tot 200 ml in herhaalde injecties
- selectieve: 5 tot 75 ml
Arteriografie:
- volwassenen: 10 tot 200 ml, varieert volgens de te opacifiëren slagader
- kinderen: 2 ml/kg
Optiray 320 mg I/ml, oplossing voor injectie
In angiografie, I.V. urografie en schedel en total body CT: de indicatieve waarden voor Optiray 320 mg I/ml zijn dezelfde als deze van Optiray 300 mg I/ml.
Optiray 350 mg I/ml, oplossing voor injectie
I.V. urografie: 1 tot 1,5 ml per kg lichaamsgewicht
CT:
- schedel: 50 tot 200 ml
- total body: 50 tot 200 ml
Flebografie: 50 tot 100 ml per lidmaat
Digitale angiografie langs centrale intraveneuze weg: 40 tot 200 ml
Digitale angiografie langs intra-arteriële weg :
- centrale: 25 tot 150 ml
- selectieve: 5 tot 75 ml
Angiocardiografie :
- coronarografie: 4 tot 12 ml per injectie
- ventriculografie: 30 tot 50 ml per injectie
Ouderen
Zelfde dosering als bij volwassenen. Wanneer men onvoldoende contrast verwacht, kan de dosering tot het maximale niveau worden verhoogd.
Pediatrische patiënten
De veiligheid en werkzaamheid van Optiray 240 mg I/ml, 320 mg I/ml en 350 mg I/ml bij kinderen is niet vastgesteld. Dit geneesmiddel mag daarom niet worden gebruikt bij kinderen tot 18 jaar totdat er verdere gegevens beschikbaar zijn. Voor arteriografie en urografie bij kinderen kan Optiray 300 mg I/ml gebruikt worden.
4.3 Contra-indicaties
Overgevoeligheid voor de werkzame stof of voor een van de in rubriek 6.1 vermelde hulpstoffen.
Manifeste hyperthyreoïdie.
Optiray 300 mg I/ml, 320 mg I/ml en 350 mg I/ml: alle vormen van injectie in de subarachnoïdale ruimte.
Manifeste hyperthyreoïdie.
Optiray 300 mg I/ml, 320 mg I/ml en 350 mg I/ml: alle vormen van injectie in de subarachnoïdale ruimte.
4.8 Bijwerkingen
Samenvatting van het veiligheidsprofiel
Bijwerkingen na het gebruik van Optiray zijn meestal niet dosisgebonden. Meestal zijn deze van lichte tot matige aard en in zeer zeldzame gevallen ernstig of levensbedreigend. Bijwerkingen, zelfs lichte, kunnen echter de voorloper zijn van een gegeneraliseerde ernstige reactie die in zeldzame gevallen kan optreden na gebruik van een jodiumhoudend contrastmiddel. Overgevoeligheidsreacties op het contrastmiddel kunnen eveneens enkele uren tot zelfs enkele dagen na toediening optreden.
Overzicht van bijwerkingen in tabelvorm
De bijwerkingen worden weergegeven in de onderstaande tabel op systeem/orgaanklassen en op frequentie aan de hand van de volgende categorieën: zeer vaak (≥1/10), vaak (≥1/100, <1/10), soms (≥1/1.000, <1/100), zelden (≥1/10.000, <1/1.000), zeer zelden (<1/10.000), niet bekend (kan met de beschikbare gegevens niet worden bepaald).
De weergegeven frequenties zijn het resultaat van observationele onderzoeken (PMS) of van spontane meldingen na het op de markt brengen van het middel (Post-mktg).
Beschrijving van bepaalde bijwerkingen
a) Overgevoeligheidsreacties: ernstige anafylactische reacties tasten meestal het cardiovasculaire stelsel en ademhalingsstelsel aan. Deze kunnen levensbedreigend zijn; hiertoe behoren anafylactische shock, hart- en ademstilstand of longoedeem. Patiënten met een voorgeschiedenis van allergische reacties lopen een verhoogd risico om een overgevoeligheidsreactie te krijgen. Andere type-I-reacties (onmiddellijke reacties) zijn onder andere symptomen als misselijkheid en braken, huiduitslag, dyspneu, rinitis, paresthesie of hypotensie.
b) Vasovagale reacties van het type vertigo of syncope, die teweeggebracht kunnen worden door het contrastmiddel of door de procedure zelf.
c) Cardiologische bijwerkingen bij hartkatheterisatie, zoals angor, abnormale ECG, storingen van het hartritme, storingen in de geleiding alsook coronair spasme en trombose. Dergelijke reacties kunnen teweeggebracht worden door het contrastmiddel of door de procedure zelf.
d) Nefrotoxische reacties bij patiënten met reeds bestaande nierletsels of renale angiopathie, zoals nierinsufficiëntie met verhoogde creatinine. Deze bijwerkingen zijn meestal van voorbijgaande aard. Er werden enkele gevallen van acute nierinsufficiëntie geobserveerd.
e) Neurotoxische reacties na intra-arteriële injectie van een contrastmiddel, zoals gezichtsstoornissen, verwardheid, verlamming, convulsies of epilepsie. Deze symptomen zijn meestal van voorbijgaande aard en verdwijnen spontaan na enkele uren of dagen. Bij patiënten met reeds vooraf bestaande letsels van de bloed-hersenbarrière is het risico op een neurotoxische reactie verhoogd.
f) Lokale reacties ter hoogte van de injectieplaats, zoals huiduitslag, oedeem, vasospasme en ontsteking.
g) Extravasatie kan ernstige weefselreacties, zoals blaasvorming en exfoliatie van de huid veroorzaken. De intensiteit ervan is afhankelijk van de hoeveelheid en de concentratie van het in het weefsel verspreide contrastmiddel.
Pediatrische patiënten
Frequentie, type en ernst van de bijwerkingen bij kinderen zijn naar verwachting hetzelfde als bij volwassenen. Voorbijgaande hypothyreoïdie werd bij pasgeborenen waargenomen na toediening van jodiumhoudende radio-opake middelen.
Melding van vermoedelijke bijwerkingen
Het is belangrijk om na toelating van het geneesmiddel vermoedelijke bijwerkingen te melden. Op deze wijze kan de verhouding tussen voordelen en risico’s van het geneesmiddel voortdurend worden gevolgd. Beroepsbeoefenaren in de gezondheidszorg wordt verzocht alle vermoedelijke bijwerkingen te melden via het Federaal agentschap voor geneesmiddelen en gezondheidsproducten, Afdeling Vigilantie, EUROSTATION II, Victor Hortaplein, 40/40, B-1060 Brussel;
website: www.fagg.be;
e-mail: adversedrugreactions@fagg-afmps.be.
Bijwerkingen na het gebruik van Optiray zijn meestal niet dosisgebonden. Meestal zijn deze van lichte tot matige aard en in zeer zeldzame gevallen ernstig of levensbedreigend. Bijwerkingen, zelfs lichte, kunnen echter de voorloper zijn van een gegeneraliseerde ernstige reactie die in zeldzame gevallen kan optreden na gebruik van een jodiumhoudend contrastmiddel. Overgevoeligheidsreacties op het contrastmiddel kunnen eveneens enkele uren tot zelfs enkele dagen na toediening optreden.
Overzicht van bijwerkingen in tabelvorm
De bijwerkingen worden weergegeven in de onderstaande tabel op systeem/orgaanklassen en op frequentie aan de hand van de volgende categorieën: zeer vaak (≥1/10), vaak (≥1/100, <1/10), soms (≥1/1.000, <1/100), zelden (≥1/10.000, <1/1.000), zeer zelden (<1/10.000), niet bekend (kan met de beschikbare gegevens niet worden bepaald).
De weergegeven frequenties zijn het resultaat van observationele onderzoeken (PMS) of van spontane meldingen na het op de markt brengen van het middel (Post-mktg).
Systeem/orgaanklasse | Frequentie | |
---|---|---|
Immuunsysteemaandoeningen | Overgevoeligheid, anafylactoïde reactie | Zeer zelden |
Anafylactische shock | Niet bekend | |
Endocriene aandoeningen | Voorbijgaande hypothyreoïdie bij pasgeborenen | Niet bekend |
Psychische stoornissen | Verwardheid, agitatie, angst | Zeer zelden |
Zenuwstelselaandoeningen | Syncope, tremor, vertigo (waaronder duizeligheid, een licht gevoel in het hoofd), hoofdpijn, paresthesie, dysgeusie | Zelden |
Verlies van bewustzijn, slaperigheid, afasie, hypo-esthesie | Zeer zelden | |
Convulsies, dyskinesie, amnesie, cerebrovasculair accident | Niet bekend | |
Oogaandoeningen | Wazig zien | Zelden |
Allergische conjunctivitis (inclusief oogirritatie, oculaire hyperemie, waterige ogen, zwelling van conjunctiva, etc.) | Zeer zelden | |
Voorbijgaande blindheid | Niet bekend | |
Evenwichtsorgaan- en ooraandoeningen | Tinnitus | Zeer zelden |
Hartaandoeningen | Tachycardie | Zelden |
Bradycardie, hartritmestoornissen, afwijkend ECG, angina pectoris | Zeer zelden | |
Hartstilstand, kamerfibrilleren, cyanose, extrasystole, hartkloppingen, myocard infarct | Niet bekend | |
Bloedvataandoeningen | Hypotensie, opvliegers | Zelden |
Hypertensie, flebitis, cerebrovasculaire aandoening; vasodilatatie | Zeer zelden | |
Shock, trombose, vasospasme | Niet bekend | |
Ademhalingsstelsel-, borstkas- en mediastinumaandoeningen | Laryngeaal spasme, oedeem en obstructie (incl. beklemd gevoel in de keel, stridor, etc.), dyspneu, rinitis (incl. niezen, verstopte neus), keelirritatie, hoest | Zelden |
Longoedeem, hypoxie | Zeer zelden | |
Ademstilstand, astma, bronchospasme, dysfonie | Niet bekend | |
Maagdarmstelselaandoeningen | Misselijkheid | Soms |
Braken, droge mond | Zelden | |
Buikpijn; tongoedeem; dysfagie; speekselvloed | Zeer zelden | |
Diarree | Niet bekend | |
Huid- en onderhuidaandoeningen | Urticaria | Soms |
Uitslag, erytheem, pruritus | Zelden | |
Angio-oedeem, hyperhidrose (incl. koud zweet) | Zeer zelden | |
Stevens-Johnson-syndroom, acute gegeneraliseerde erythemateuze pustulose; erythema multiforme, huidaandoening met eosinofilie en systemische symptomen (DRESS), bleekheid, | Niet bekend | |
Skeletspierstelsel- en bindweefselaandoeningen | Spierkrampen | Zeer zelden |
Myalgie | Niet bekend | |
Nier- en urinewegaandoeningen | Imperatieve mictiedrang | Zelden |
Acute nierinsufficiëntie | Zeer zelden | |
Anurie, dysurie | Niet bekend | |
Algemene aandoeningen en toedieningsplaatsstoornissen | Het warm hebben | Zeer vaak |
Pijn | Vaak | |
Gezichtsoedeem (incl. zwelling van de ogen, periorbitaal oedeem, etc.); rillingen (incl. koude rillingen, het koud hebben) | Zelden | |
Oedeem, reacties op de injectieplaats (incl pijn, erytheem, necrose en bloeding tot aan necrose in het bijzonder na extravasatie), pijn op de borst, zwakte (incl. malaise, vermoeidheid, sloomheid, etc.); een ongewoon gevoel | Zeer zelden | |
Koorts | Niet bekend |
Beschrijving van bepaalde bijwerkingen
a) Overgevoeligheidsreacties: ernstige anafylactische reacties tasten meestal het cardiovasculaire stelsel en ademhalingsstelsel aan. Deze kunnen levensbedreigend zijn; hiertoe behoren anafylactische shock, hart- en ademstilstand of longoedeem. Patiënten met een voorgeschiedenis van allergische reacties lopen een verhoogd risico om een overgevoeligheidsreactie te krijgen. Andere type-I-reacties (onmiddellijke reacties) zijn onder andere symptomen als misselijkheid en braken, huiduitslag, dyspneu, rinitis, paresthesie of hypotensie.
b) Vasovagale reacties van het type vertigo of syncope, die teweeggebracht kunnen worden door het contrastmiddel of door de procedure zelf.
c) Cardiologische bijwerkingen bij hartkatheterisatie, zoals angor, abnormale ECG, storingen van het hartritme, storingen in de geleiding alsook coronair spasme en trombose. Dergelijke reacties kunnen teweeggebracht worden door het contrastmiddel of door de procedure zelf.
d) Nefrotoxische reacties bij patiënten met reeds bestaande nierletsels of renale angiopathie, zoals nierinsufficiëntie met verhoogde creatinine. Deze bijwerkingen zijn meestal van voorbijgaande aard. Er werden enkele gevallen van acute nierinsufficiëntie geobserveerd.
e) Neurotoxische reacties na intra-arteriële injectie van een contrastmiddel, zoals gezichtsstoornissen, verwardheid, verlamming, convulsies of epilepsie. Deze symptomen zijn meestal van voorbijgaande aard en verdwijnen spontaan na enkele uren of dagen. Bij patiënten met reeds vooraf bestaande letsels van de bloed-hersenbarrière is het risico op een neurotoxische reactie verhoogd.
f) Lokale reacties ter hoogte van de injectieplaats, zoals huiduitslag, oedeem, vasospasme en ontsteking.
g) Extravasatie kan ernstige weefselreacties, zoals blaasvorming en exfoliatie van de huid veroorzaken. De intensiteit ervan is afhankelijk van de hoeveelheid en de concentratie van het in het weefsel verspreide contrastmiddel.
Pediatrische patiënten
Frequentie, type en ernst van de bijwerkingen bij kinderen zijn naar verwachting hetzelfde als bij volwassenen. Voorbijgaande hypothyreoïdie werd bij pasgeborenen waargenomen na toediening van jodiumhoudende radio-opake middelen.
Melding van vermoedelijke bijwerkingen
Het is belangrijk om na toelating van het geneesmiddel vermoedelijke bijwerkingen te melden. Op deze wijze kan de verhouding tussen voordelen en risico’s van het geneesmiddel voortdurend worden gevolgd. Beroepsbeoefenaren in de gezondheidszorg wordt verzocht alle vermoedelijke bijwerkingen te melden via het Federaal agentschap voor geneesmiddelen en gezondheidsproducten, Afdeling Vigilantie, EUROSTATION II, Victor Hortaplein, 40/40, B-1060 Brussel;
website: www.fagg.be;
e-mail: adversedrugreactions@fagg-afmps.be.
7. HOUDER VAN DE VERGUNNING VOOR HET IN DE HANDEL BRENGEN
Guerbet
B.P. 57400
95943 Roissy CdG Cedex
Frankrijk
B.P. 57400
95943 Roissy CdG Cedex
Frankrijk
8. NUMMERS VAN DE VERGUNNING VOOR HET IN DE HANDEL BRENGEN
Optiray 240 mg I/ml, oplossing voor injectie
15 ml BE174142
50 ml BE149292
100 ml BE149301
200 ml BE149222
Optiray 300 mg I/ml, oplossing voor injectie
20 ml BE151024
50 ml BE151085
60 ml BE151094
100 ml BE151103
200 ml BE151112
500 ml BE432476
Optiray 320 mg I/ml, oplossing voor injectie
20 ml BE149265
50 ml BE149283
100 ml BE149274
200 ml BE149204
Optiray 350 mg I/ml, oplossing voor injectie
20 ml BE151033
50 ml BE151076
60 ml BE151067
100 ml BE151051
200 ml BE151042
500 ml BE432485
15 ml BE174142
50 ml BE149292
100 ml BE149301
200 ml BE149222
Optiray 300 mg I/ml, oplossing voor injectie
20 ml BE151024
50 ml BE151085
60 ml BE151094
100 ml BE151103
200 ml BE151112
500 ml BE432476
Optiray 320 mg I/ml, oplossing voor injectie
20 ml BE149265
50 ml BE149283
100 ml BE149274
200 ml BE149204
Optiray 350 mg I/ml, oplossing voor injectie
20 ml BE151033
50 ml BE151076
60 ml BE151067
100 ml BE151051
200 ml BE151042
500 ml BE432485
10. DATUM VAN HERZIENING VAN DE TEKST
Datum van goedkeuring: 12/2016
PRIJZEN
CNK code | Verpakking | ATC5 code | Prijs | Af-fabriek prijs | Voorschriftplichtig | Remgeld reguliere tegemoetkoming | Remgeld verhoogde tegemoetkoming |
---|---|---|---|---|---|---|---|
0242685 | OPTIRAY 300 FL INJ 1 X 100ML | V08AB07 | € 40,83 | - | Ja | € 10,29 | € 6,12 |
0242693 | OPTIRAY 300 FL INJ 1 X 200ML | V08AB07 | € 74,01 | € 57,72 | Ja | - | - |
0242719 | OPTIRAY 350 FL INJ 1 X 50ML | V08AB07 | € 25,62 | - | Ja | - | - |
0242735 | OPTIRAY 350 FL INJ 1 X 100ML | V08AB07 | € 46,35 | - | Ja | € 11,59 | € 6,88 |
0242743 | OPTIRAY 350 FL INJ 1 X 200ML | V08AB07 | € 84,65 | € 67,32 | Ja | - | - |