1. NAAM VAN HET GENEESMIDDEL
Atrovent® 0,25 mg/2 ml verneveloplossing
Atrovent® 0,50 mg/2 ml verneveloplossing
2. KWALITATIEVE EN KWANTITATIEVE SAMENSTELLING
Atrovent 0,25 mg/2 ml verneveloplossing:
2 ml oplossing bevat 0,261 mg ipratropiumbromide monohydraat
(=0,25 mg watervrij ipratropiumbromide).
Atrovent 0,50 mg/2 ml verneveloplossing:
2 ml oplossing bevat 0,522 mg ipratropiumbromide monohydraat
(=0,50 mg watervrij ipratropiumbromide).
Voor de volledige lijst van hulpstoffen, zie rubriek 6.1.
3. FARMACEUTISCHE VORM
Verneveloplossing
4. KLINISCHE GEGEVENS
4.1 Therapeutische indicaties
Atrovent is aangewezen bij volwassenen en kinderen voor de symptomatische behandeling van bronchospasmen bij chronisch obstructieve luchtwegaandoeningen, zoals astmatische bronchitis, chronisch obstructieve bronchitis en emfyseem.
In combinatie met inhalatie-bèta 2-sympathicomimetica is Atrovent ook aangewezen voor de behandeling van acute bronchospasmen bij chronisch obstructieve luchtwegaandoeningen, met inbegrip van chronische bronchitis en astma.
4.2 Dosering en wijze van toediening
De dosering moet door de behandelende arts aangepast worden, volgens de ernst van de symptomen, de leeftijd van de patiënt en de verkregen klinische respons. Tijdens de behandeling moet de patiënt onder medisch toezicht staan. Aangeraden wordt om zowel bij een acute aanval als bij chronische behandeling, de dagelijks aanbevolen dosering niet te overschrijden.
Als de behandeling niet de gehoopte verbetering oplevert of als de toestand van de patiënt verergert, moet medisch advies worden ingewonnen om een nieuw behandelingsschema op te stellen. De patiënt moet geïnformeerd worden dat hij, in geval van acute of snel verergerende dyspneu, onmiddellijk een arts moet raadplegen.
Een monodosis ampul bevat ofwel 0,25 mg ipratropiumbromide/2 ml, ofwel 0,50 mg ipratropiumbromide/2 ml.
De aanbevolen dosering is als volgt:
Atrovent® 0,25 mg/2 ml verneveloplossing
Chronische behandeling en behandeling van acute aanval
- Volwassenen (met inbegrip van oudere patiënten) en jongeren > 12 jaar: 1 à 2 monodosis ampullens 3 tot 4 maal per dag
- Kinderen van 6 tot 12 jaar: 1 monodosis ampul 3 tot 4 maal per dag
De dosis kan worden herhaald tot stabilisatie optreedt: de arts bepaalt de duur van de tussenpoos tussen de verschillende toedieningen. De dosering kan ook afhangen van het gebruikte type inhalator.
Atrovent kan samen met bèta-mimetica in een oplossing voor inhalatie toegediend worden.
Dagdoses hoger dan 1 mg van watervrij ipratropiumbromide (4 monodosis ampullen van 0,25 mg/2 ml) bij kinderen van ≤ 12 jaar mogen uitsluitend worden toegediend onder medisch toezicht.
- Kinderen < 6 jaar: 1 monodosis ampul
Omwille van de slechts beperkt beschikbare informatie over deze leeftijdsgroep, moet de aanbevolen dosis worden toegediend onder medisch toezicht.
De dosis kan worden herhaald tot stabilisatie optreedt: de arts bepaalt de duur van de tussenpoos tussen de verschillende toedieningen.
Atrovent kan samen met bèta-mimetica in een oplossing voor inhalatie toegediend worden.
Atrovent® 0,50 mg/2 ml verneveloplossing voor vernevelapparatuur
Chronische behandeling
- Volwassenen (met inbegrip van oudere patiënten) en jongeren > 12 jaar: 1 monodosis ampul 3 tot 4 maal per dag
Behandeling van acute aanval
- Volwassenen (met inbegrip van oudere patiënten) en jongeren > 12 jaar: 1 monodosis ampul
De dosis kan worden herhaald tot stabilisatie optreedt: de arts bepaalt de duur van de tussenpoos tussen de verschillende toedieningen.Atrovent kan samen met bèta-mimetica in een oplossing voor inhalatie toegediend worden.
Dagdoses hoger dan 2 mg watervrij ipratropiumbromide (4 monodosis ampullen van 0,50 mg/2 ml) bij volwassenen en jongeren van > 12 jaar mogen uitsluitend worden toegediend onder medisch toezicht.
Wijze van toediening
Lees deze instructies zorgvuldig door om een juiste toediening te garanderen.
- De oplossing is uitsluitend bestemd voor inhalatie door middel van geschikte vernevelapparatuur en mag niet worden ingeslikt of geïnjecteerd.
- De monodosis ampullen moeten worden verdund met fysiologische serum tot een volume van 2 tot 4 ml wordt verkregen. De duur van de inhalatie kan worden aangepast door het verdunningsvolume te laten variëren.
- Atrovent verneveloplossing wordt door middel van vernevelapparatuur. De oplossing kan ook door een debiet van zuurstof (6 à 8 l/min) uitgestoten worden .
fig. 1 fig. 2 fig. 3
1. De inhalator klaarmaken volgens de instructies van de fabrikant of de arts.
2. Een monodosis ampul van het geheel verwijderen (fig. 1).
3. Het monodosis ampul openen door het bovenste gedeelte al draaiende los te maken (fig. 2).
4. De inhoud ledigen in het inhalatorreservoir en de verdunner toevoegen (fig. 3).
5. De inhalator volgens de instructies gebruiken.
6. Na gebruik, eventuele resten van de oplossing verwijderen en het apparaat reinigen.
Aangezien de monodosis ampul geen bewaarmiddel bevat, is het erg belangrijk om hem onmiddellijk na opening te gebruiken en voor elke nieuwe verneveling een nieuwe monodosis ampul te gebruiken om microbiële contaminatie te vermijden. Monodosis ampullen die gedeeltelijk gebruikt werden, die geopend of beschadigd zijn, moeten worden weggegooid.
4.3 Contra-indicaties
Overgevoeligheid voor atropine of de derivaten daarvan (zoals de werkzame stof, ipratropiumbromide), of voor een van de in rubriek 6.1 vermelde hulpstoffen.
4.8 Bijwerkingen
De meeste bijwerkingen kunnen worden toegeschreven aan de anticholinerge eigenschappen van Atrovent. Zoals bij elke topische behandeling kan Atrovent lokale irritatie veroorzaken. Op basis van gegevens uit klinische studies en van de geneesmiddelenbewaking werden bijwerkingen vastgesteld tijdens de gebruiksperiode na de goedkeuring van het geneesmiddel.
Overzicht van het veiligheidsprofielDe meest voorkomende bijwerkingen die in klinische studies gemeld werden, zijn: hoofdpijn, irritatie van de keel, hoest, droge mond, stoornissen van de maag-darmmotiliteit (met inbegrip van constipatie, diarree en braken), misselijkheid en duizeligheid.
Overzicht in tabelvorm van bijwerkingenBijwerkingen zijn gerangschikt naar frequentie, volgens de volgende conventie: zeer vaak (bij meer dan 1 op de 10 patiënten); vaak (bij 1 tot 10 op de 100 patiënten); soms (bij 1 tot 10 op de 1.000 patiënten); zelden (bij 1 tot 10 op de 10.000 patiënten); zeer zelden (minder dan 1 op de 10.000 patiënten).
Immuunsysteemaandoeningen
soms: anafylactische reactie, overgevoeligheid
Zenuwstelselaandoeningen
vaak: hoofdpijn
soms: duizeligheid
Oogaandoeningen
soms: accommodatiestoornissen, mydriasis, verhoogde oogdruk, glaucoom, oogpijn, wazig zicht, halo, conjunctivale hyperemie, cornea-oedeem
Hartaandoeningen
soms: supraventiculaire tachycardie, atriumfibrilleren, versnelde hartslag
zelden: hartkloppingen
Ademhalingsstelsel-, borstkas- en mediastinumaandoeningen
vaak: irritatie van de keel, hoest
soms: droge keel, bronchospasmen, paradoxale bronchospasmen, laryngospasme, faryngeaal oedeem
Maagdarmstelselaandoeningen
soms: droge mond, misselijkheid, stoornissen van de maag-darmmotiliteit, zwelling van de mond, stomatitis, diarree, constipatie, braken
Huid- en onderhuidaandoeningen
soms: huiduitslag, angio-oedeem
zelden: urticaria, pruritus
Nier- en urinewegaandoeningen
soms: urineretentie
Melding van vermoedelijke bijwerkingen
Het is belangrijk om na toelating van het geneesmiddel vermoedelijke bijwerkingen te melden. Op deze wijze kan de verhouding tussen voordelen en risico’s van het geneesmiddel voortdurend worden gevolgd. Beroepsbeoefenaren in de gezondheidszorg wordt verzocht alle vermoedelijke bijwerkingen te melden via het nationale meldsysteem:
België
Federaal Agentschap voor geneesmiddelen en gezondheidsproducten - Geneesmiddelenbewaking
Postbus 97 - B-1000 Brussel Madou
Website: www.eenbijwerkingmelden.be
e-mail: adr@fagg.be
Luxemburg
Centre Régional de Pharmacovigilance de Nancy ou Division de la pharmacie et des médicaments de la Direction de la santé
Website : www.guichet.lu/pharmacovigilance
7. HOUDER VAN DE VERGUNNING VOOR HET IN DE HANDEL BRENGEN
Boehringer Ingelheim SComm
Arnaud Fraiteurlaan 15-23
1050 Brussel
8. NUMMER(S) VAN DE VERGUNNING VOOR HET IN DE HANDEL BRENGEN
Atrovent® 0,25 mg/2 ml verneveloplossing: BE165776
Atrovent® 0,50 mg/2 ml verneveloplossing: BE165785
10. DATUM VAN HERZIENING VAN DE TEKST
14/03/2023
PRIJZEN
CNK code | Verpakking | ATC5 code | Prijs | Af-fabriek prijs | Voorschriftplichtig | Remgeld reguliere tegemoetkoming | Remgeld verhoogde tegemoetkoming |
---|---|---|---|---|---|---|---|
2084556 | ATROVENT HFA AEROSOL DOSEUR 10 ML 200 X 0,002MG | R03BB01 | € 10,9 | - | Ja | € 1,81 | € 1,09 |