SAMENVATTING VAN DE PRODUCTKENMERKEN
1. NAAM VAN HET GENEESMIDDEL
Airomir 100 microgram, aerosol, suspensie.
Airomir Autohaler 100 microgram, aerosol, suspensie.
2. KWALITATIEVE EN KWANTITATIEVE SAMENSTELLING
De werkzame stof is salbutamol. Ze is aanwezig in de vorm van salbutamolsulfaat (4,44 mg/ml), wat overeenstemt met 100 microgram salbutamol per pufje.
Hulpstof met bekend effect:
Dit middel bevat 4,2 mg alcohol (ethanol) per puf.
Voor de volledige lijst van hulpstoffen, zie rubriek 6.1
3. FARMACEUTISCHE VORM
Aerosol, suspensies.
De spuitbussen Airomir bevatten 200 dosissen van een suspensie met 4,44 mg/ml salbutamolsulfaat (= 4 mg/ml salbutamol).
De spuitbus Airomir Autohaler bevat 200 dosissen van een suspensie met 4,44 mg/ml salbutamolsulfaat (= 4 mg/ml salbutamol).
Elk pufje heeft een constant volume van 25 mcl, wat overeenstemt met 100 microgram salbutamol.
Airomir Autohaler is een automatisch toestel dat door inademing in werking wordt gesteld.
De door de klep van de Airomir Autohaler afgeleverde hoeveelheid medicatie is identiek aan deze die door de normale doseeraerosol wordt vrijgegeven.
4. KLINISCHE GEGEVENS
4.1 Therapeutische indicaties
Airomir en Airomir Autohaler zijn aangewezen voor de symptomatische behandeling en voor de profylaxe van bronchiaal astma en van reversibele bronchospasmen in verband met bronchitis en emfyseem. Ze kunnen evenzeer gebruikt worden ter verlichting van een acute aanval van kortademigheid en bij profylaxe ter voorkoming van inspanningsastma of een allergische reactie voor een gekend doch onvermijdbaar allergeen.
4.2 Dosering en wijze van toediening
1. Airomir
Schud goed met de inhalator om de deeltjes geneesmiddel goed te verdelen in het drijfgas. Verwijder het beschermkapje van het mondstuk. Gebruik het toestel steeds met het mondstuk naar omlaag. Omsluit het mondstuk goed met de lippen en adem diep in.
Begin met inademen en druk tegelijkertijd de metalen flacon in het mondstuk in. Zo wordt een afgemeten dosis van 25 mcl vrijgegeven.
Nadat de afgemeten dosis geneesmiddel is vrijgekomen, stopt u niet met inademen, maar blijft u zo diep mogelijk inademen zodat de deeltjes geneesmiddel zo ver mogelijk tot in de longen kunnen doordringen. Houd uw adem gedurende 10 seconden of zolang mogelijk in en adem vervolgens langzaam uit. Plaats het beschermkapje opnieuw op het mondstuk.
Indien u meer dan één dosis tegelijkertijd moet nemen, moet u telkens dezelfde procedure doorlopen.
2. Airomir Autohaler
Het hendeltje bovenaan het toestel moet zich in verticale positie bevinden. Schud de inhalator om de deeltjes geneesmiddel goed te verdelen in het drijfgas. Verwijder het beschermkapje van het mondstuk. Omsluit het mondstuk goed met de lippen en adem diep in.
De Airomir Autohaler wordt niet manueel in werking gesteld, maar wel door de onderdruk die ontstaat bij inademing.
Adem zo krachtig mogelijk in door het mondstuk van het toestel. Het toestel treedt in werking op het ogenblik dat u een licht klikgeluid hoort. Op dat ogenblik wordt een afgemeten dosis van 25 mcl vrijgegeven.
Na het vrijkomen van deze dosis stopt u niet met inademen, maar blijft u zo diep mogelijk inademen zodat de deeltjes geneesmiddel zo ver mogelijk tot in de longen kunnen doordringen. Houd uw adem vervolgens gedurende 10 seconden of zolang mogelijk in en adem daarna langzaam uit. Plaats ten slotte het beschermkapje opnieuw op het mondstuk en breng het hendeltje van het toestel opnieuw in horizontale positie.
Indien u meer dan één dosis tegelijkertijd moet nemen, moet u telkens dezelfde procedure doorlopen..
Dosering
- Om acute bronchospasmen te verlichten en in geval van een astma-aanval: één inhalatie (= 100 microgram) of twee inhalaties (= 200 microgram) tegelijk.
- Voor een symptomatische onderhoudsbehandeling en profylaxe: twee inhalaties (= 200 microgram) drie- of viermaal per dag, met tussentijden van 4 tot 6 uur.
- Ter preventie van inspanningsastma: twee inhalaties (= 200 microgram) vóór de inspanning.
Bij twee opeenvolgende inhalaties moet één minuut gewacht worden alvorens over te gaan tot de tweede inhalatie.
Er mogen nooit meer dan 16 inhalaties per dag (1,6 mg) genomen worden. Als meer dan 16 vernevelingen per dag nodig zijn, moeten bijkomende therapeutische maatregelen overwogen worden. De patiënt moet ingelicht worden over het feit dat bij een afnemend klinisch effect na gebruik van een aerosol geenszins de dosis op eigen houtje mag verhoogd worden; er moet dan een medische herevaluatie plaatsvinden zodat de behandeling eventueel kan aangepast worden (bijvoorbeeld door toevoeging van corticosteroïden of theofylline), al dan niet in een ziekenhuisomgeving.
Pediatrische patiënten
Bij een acute aanval mogen Airomir en Airomir Autohaler niet gebruikt worden bij kinderen jonger dan 18 maanden; voor chronisch gebruik zijn ze niet aanbevolen vóór de leeftijd van 4 jaar.
- Om acute bronchospasmen te verlichten en in geval van een astma-aanval of vóór de inspanning: één inhalatie (= 100 microgram).
- Voor een symptomatische onderhoudsbehandeling en profylaxe: één inhalatie (= 100 microgram) drie- of viermaal per dag, met tussentijden van 4 tot 6 uur.
Indien nodig kunnen deze dosissen verhoogd worden tot twee inhalaties (200 microgram), drie- of viermaal per dag.
Bij twee opeenvolgende inhalaties moet één minuut gewacht worden alvorens over te gaan tot de tweede inhalatie. Er mogen nooit meer dan 10 inhalaties per dag (1 mg) genomen worden.
Wijze van toediening voor Airomir
Als u de doseeraerosol voor de eerste keer gebruikt, moet u 4 pufjes in de lucht geven. Indien u uw doseeraerosol gedurende 2 weken niet hebt gebruikt, moet u eveneens 4 pufjes in de lucht geven.
Verwijder het beschermlaagje van het mondstuk en schud de doseeraerosol goed.
Houd de doseeraerosol verticaal, zoals aangegeven op de tekening. Adem langzaam (doch niet volledig) uit, plaats het mondstuk in de mond en omsluit het mondstuk goed met de lippen.
Om een dosis vrij te geven, duwt u op de doseeraerosol, zoals aangegeven op de tekening, onmiddellijk na het aanvatten van een trage en diepe inademing door de mond.
Houd uw adem gedurende 10 seconden of zo lang mogelijk in alvorens langzaam uit te ademen.
Onderhoud van uw doseeraerosol Airomir en Airomir Autohaler.
Het is belangrijk om elke week uw doseeraerosol schoon te maken, om te vermijden dat de opening van het mondstuk waardoor het geneesmiddel naar buiten komt, verstopt raakt. In dergelijk geval kan de doseeraerosol niet goed werken.
Om uw doseeraerosol schoon te maken, handelt u als volgt:
- Verwijder de metalen flacon uit het plastic mondstuk. Plaats het patroon niet in water.
- Verwijder het beschermkapje van het plastic mondstuk.
- Spoel beide plastic onderdelen gedurende ten minste 30 seconden onder warm stromend water.
Laat water in het mondstuk stromen, zoals aangegeven in figuur A.
- Keer het plastic mondstuk om en laat het water erdoorheen lopen, zoals aangegeven in figuur B, gedurende nogmaals 30 seconden. Dit is vooral belangrijk om te voorkomen dat de opening van het mondstuk waardoor het geneesmiddel naar buiten komt, verstopt raakt.
- Schud de plastic onderdelen goed af om het water te verwijderen en laat ze volledig drogen (indien mogelijk gedurende de hele nacht), zoals aangegeven in figuur C.
- Als het mondstuk droog is, plaatst u de metalen flacon terug en sluit u het mondstuk opnieuw af met het beschermkapje.
Indien u de doseeraerosol moet gebruiken nog voor hij droog is, schudt u het plastic mondstuk goed af om het teveel aan water te verwijderen en plaatst u de metalen flacon terug. Ontlaad twee pufjes in de lucht alvorens uw gebruikelijke inhalatie te nemen. Vervolgens spoelt u opnieuw het mondstuk en droogt u het volledig, zoals aangegeven in de figuren A, B en C.
OPMERKING: Indien u het mondstuk niet volledig laat drogen, kan het blokkeren omwille van de opeenstapeling van het geneesmiddel.
Als uw doseeraerosol niet goed werkt
Als uw doseeraerosol geblokkeerd is, of als een te kleine hoeveelheid geneesmiddel (of helemaal geen geneesmiddel) vrijkomt wanneer u op de metalen flacon drukt (zie figuur D), kan dit meerdere redenen hebben:
Not blocked – Niet geblokkeerd
Blocked - Geblokkeerd
• Een vuil of geblokkeerd mondstuk. Was en droog het mondstuk zoals aangegeven in de figuren A, B en C.
• Uw doseeraerosol is leeg. Controleer door met de spuitbus te schudden.
• Uw doseeraerosol is niet correct in elkaar gezet. Zie figuren E en F.
Figuur E toont de binnenkant van uw doseeraerosol met de flacon in de juiste positie. Merk op dat het dunne staafje van de metalen flacon in de voorziene opening van het mondstuk moet zitten.
Figuur F toont de binnenkant van uw doseeraerosol met het patroon in een slechte positie. In dat geval zal uw doseeraerosol geen pufje geneesmiddel vrijgeven wanneer u op de metalen flacon duwt omdat het metalen staafje niet in de opening van het mondstuk zit.
Vergeet niet uw doseeraerosol elke week schoon te maken om blokkering te vermijden en ook eenvoudigweg voor de hygiëne.
Wijze van toediening voor Airomir Autohaler
De inhalator Airomir Autohaler verschilt van de gewone inhalators door zijn ontwerp.
Als u onderstaande aanwijzingen goed opvolgt, zal de inhalator de vereiste hoeveelheid geneesmiddel vrijgeven tijdens het inademen. Dit betekent dat de juiste dosis wordt toegediend op het juiste ogenblik van de ademhalingscyclus. Om de best mogelijke resultaten te bekomen met uw inhalator, is het noodzakelijk om de onderstaande aanwijzingen nauwkeurig op te volgen.
Figuur 1: Verwijder het beschermkapje door het klepje aan de achterkant naar beneden te duwen.
Figuur 2: Schud de Airomir Autohaler terwijl u het hendeltje in verticale positie houdt.
Houd de Airomir Autohaler in verticale positie.
Figuur 3: Adem normaal uit.
Figuur 4: Omsluit het mondstuk goed met uw lippen. Kijk na of de verluchtingsspleten aan de onderkant van de inhalator vrij blijven. Om één enkele dosis geneesmiddel te bekomen, ademt u zo diep mogelijk in door de mond.
Stop niet met inademen zolang de dosis wordt vrijgegeven, maar adem verder in door de mond totdat uw longen volledig gevuld zijn.
Figuur 5: Probeer uw adem gedurende 10 seconden in te houden en adem vervolgens langzaam uit.
Figuur 6: Het hendeltje moet opnieuw in horizontale positie worden gebracht na elke inhalatie.
Indien uw arts u meerdere dosissen tegelijkertijd heeft voorgeschreven, wacht u ten minste 1 minuut tussen elke inhalatie en herhaalt u stap 2 tot en met stap 6 van de aanwijzingen. Na gebruik brengt u opnieuw het beschermkapje aan.
Vergeet niet:
- het hendeltje opnieuw naar omhoog te duwen alvorens een dosis toe te dienen,
- het hendeltje opnieuw naar beneden te duwen na het toedienen van elke dosis.
Opgelet:
De patiënt moet ervan verwittigd worden dat hij de arts moet contacteren als hij denkt dat de Airomir Autohaler geen effect heeft.
Als de patiënt meer dan één dosis tegelijk moet nemen, moet hij telkens alle stappen van de procedure doorlopen.
4.3 Contra-indicaties
Overgevoeligheid voor de werkzame stof of voor een van de in rubriek 6.1 vermelde hulpstoffen.
4.8 Bijwerkingen
De volgende bijwerkingen werden gemeld:
- Maagdarmstelselaandoeningen: misselijkheid, braken, droge of plakkerige mond.
- Zenuwstelselaandoeningen: beven (tremor), hoofdpijn, vertigo, nervositeit en slapeloosheid,
agitatie bij kinderen. - Hartaandoeningen: palpitaties, tachycardie, hartritmestoornissen (waaronder voorkamerfibrillatie, supraventriculaire tachycardie en extrasystolen), myocardischemie.
- Skeletspierstelsel- en bindweefselaandoeningen: voorbijgaande spierkrampen.
- In sommige gevallen werden overgevoeligheidsreacties gemeld (oedeem van Quincke, urticaria, bronchospasme, hypotensie en collaps).
- Daarnaast kunnen, zoals bij andere sympathicomimetica, de volgende bijwerkingen optreden: hypertensie, angina pectoris, stimulering van het centrale zenuwstelsel, hyperglykemie en perifere vasodilatatie.
- Er werden meerdere gevallen van geslotenhoekglaucoom gemeld na verneveling.
- Hypokaliëmie kan eveneens voorkomen.
- Een lactaatacidose werd in zeer zeldzame gevallen gemeld bij patiënten die bèta-2-agonisten met kortdurende werking in een verstuifbare vorm kregen voor de behandeling van een acute astma-aanval.
Melding van vermoedelijke bijwerkingen
Het is belangrijk om na toelating van het geneesmiddel vermoedelijke bijwerkingen te melden. Op deze wijze kan de verhouding tussen voordelen en risico’s van het geneesmiddel voortdurend worden gevolgd. Beroepsbeoefenaren in de gezondheidszorg wordt verzocht alle vermoedelijke bijwerkingen te melden via het Federaal Agentschap voor Geneesmiddelen en Gezondheidsproducten - www.fagg.be - Afdeling Vigilantie - Website: www.eenbijwerkingmelden.be - e-mail: adr@fagg-afmps.be.
7. HOUDER VAN DE VERGUNNING VOOR HET IN DE HANDEL BRENGEN
Teva B.V.
Swensweg 5
2031 GA Haarlem
Nederland
8. NUMMER(S) VAN DE VERGUNNING VOOR HET IN DE HANDEL BRENGEN
Airomir: BE166266
Airomir Autohaler: BE166275
10. DATUM VAN HERZIENING VAN DE TEKST
Datum van laatste herziening van de tekst: 12/2024.
Datum van laatste goedkeuring van de tekst: 12/2024.
1/11
PRIJZEN
CNK code | Verpakking | ATC5 code | Prijs | Af-fabriek prijs | Voorschriftplichtig | Remgeld reguliere tegemoetkoming | Remgeld verhoogde tegemoetkoming |
---|---|---|---|---|---|---|---|
1114016 | AIROMIR AER DOS 200X100MCG | R03AC02 | € 6,26 | - | Ja | - | - |
1740075 | AIROMIR AUTOHALER AER DOS 200X100MCG | R03AC02 | € 15,11 | - | Ja | - | - |