SAMENVATTING VAN DE PRODUCTKENMERKEN
1. NAAM VAN HET GENEESMIDDEL
Daraprim 25 mg tabletten
2. KWALITATIEVE EN KWANTITATIEVE SAMENSTELLING
Elk tablet bevat 25 mg pyrimethamine.
Hulpstof met bekend effect: 90mg lactose monohydraat.
Voor de volledige lijst van de hulpstoffen, zie rubriek 6.1.
3. FARMACEUTISCHE VORM
Daraprim 25 mg tabletten zijn witte, ronde, biconvexe tabletten met een breukstreep aan een zijde en met boven en onder de breukstreep de respectieve markeringen ‘GS’ en ‘A3A’. De andere zijde bevat geen markeringen.
4. KLINISCHE GEGEVENS
4.1 Therapeutische indicaties
Behandeling van toxoplasmose, met inbegrip van oculaire en congenitale infecties en toxoplasmose bij immuundeficiënte personen.
Voor de behandeling van toxoplasmose moet Daraprim altijd gecombineerd worden met een synergetisch middel, zoals sulfadiazine.
4.2 Dosering en wijze van toediening
Dosering
Voor de behandeling van toxoplasmose moet Daraprim toegediend worden in combinatie met sulfadiazine of met een ander geschikt antibioticum. Bij de behandeling van toxoplasmose moeten alle patiënten die Daraprim krijgen een folaatsupplement (calciumfolinaat) krijgen om het risico op beenmergsuppressie te verlagen (zie rubriek 4.4).
Volwassenen
Een oplaaddosis van 100 mg Daraprim, gevolgd door 25 tot 50 mg Daraprim per dag, met 2 tot 4 g sulfadiazine per dag in meerdere dosissen.
Immuungedeprimeerde patiënten – volwassenen en adolescenten
Bij patiënten met een ernstige immunodeficiëntie, met name patiënten met een toxoplasmose met encefalitis als complicatie bij het syndroom van verworven immunodeficiëntie (aids), is er geen enkele vastgestelde dosering. De volgende doseringen werden bij volwassenen gebruikt en hebben het mogelijk gemaakt de symptomen te doen verdwijnen zonder evenwel tot een radicale genezing te leiden. Het kan daarom noodzakelijk zijn een continue behandeling met Daraprim in te stellen, in combinatie met andere geneesmiddelen.
De behandeling moet 3 tot 6 weken duren en minstens 3 weken bij immuungedeprimeerden. Indien een voortgezette behandeling nodig is, moet een periode van 2 weken tussen de twee behandelingen gerespecteerd worden.
Volgens een overzicht van de literatuur over niet-gecontroleerde open studies (1987 tot 1992) voor de behandeling van neurotoxoplasmose werden de volgende doseringen, enkel als richtwaarden, genoteerd:
Ofwel
- pyrimethamine: 100 mg/dag gedurende de eerste 2 tot 3 dagen van de behandeling, gevolgd door een onderhoudsdosis van 25-50 mg/dag.
- sulfadiazine: 2-6 g per dag in gefractioneerde toediening.
Ofwel
- pyrimethamine: geen ladingsdosis, dagelijkse dosis van 25-50 mg
- sulfadiazine: 2-6 g per dag in gefractioneerde toediening.
Pediatrische patiënten
- Kinderen ouder dan 6 jaar: dezelfde dosering als bij volwassenen.
- Kinderen tussen 3 en 6 jaar: een startdosis van 2 mg/kg lichaamsgewicht (maximaal 50 mg) Daraprim, gevolgd door 1 mg/kg lichaamsgewicht (maximaal 25 mg) Daraprim per dag met 150 mg/kg lichaamsgewicht (maximaal 2 g) sulfadiazine per dag, verdeeld over 4 innames.
- Kinderen tussen 10 maanden en 2 jaar: 1 mg/kg lichaamsgewicht Daraprim per dag met 150 mg/kg lichaamsgewicht (maximaal 1,5 g) sulfadiazine per dag, verdeeld over 4 innames.
- Zuigelingen tussen 3 en 9 maanden: 6,25 mg Daraprim met 100 mg/kg lichaamsgewicht (maximaal 1 g) sulfadiazine per dag, verdeeld over 4 innames.
- Zuigelingen jonger dan 3 maanden (congenitale toxoplasmose). Voor de behandeling van congenitale toxoplasmose zijn de aanbevolen dosissen bij zuigelingen als volgt: 1 mg/kg Daraprim 2 keer per dag gedurende 2 dagen; een keer per dag gedurende 6 maanden en vervolgens 3 keer per week gedurende 6 maanden in combinatie met 50 mg/kg sulfadiazine tweemaal per dag gedurende 12 maanden.
Het risico van toediening van sulfamiden aan pasgeborenen moet worden afgewogen tegen de voordelen van de behandeling (zie rubrieken 4.4 en 4.8).
Toxoplasmose bij immunodeficiënte kinderen
Voor immunodeficiënte kinderen werd geen enkele dosering vastgelegd. Voor algemene aanbevelingen zie de dosering bij kinderen met andere infecties in het kader van toxoplasmose.
Dosissen lager dan 25 mg worden alleen afgeleverd onder toezicht van de apotheker.
Ouderen
Er zijn geen sluitende gegevens beschikbaar over het effect van Daraprim bij oudere mensen. In theorie is het mogelijk dat oudere patiënten gevoeliger zijn voor een folaatdaling als gevolg van de dagelijkse toediening van Daraprim bij de behandeling van toxoplasmose; toediening van foliumzuursupplementen is dan ook noodzakelijk (zie rubriek 4.4).
Nierinsufficiëntie
Voorzichtigheid is geboden bij toediening van Daraprim aan patiënten met nierinsufficiëntie.
Aangezien Daraprim samen met een sulfamide wordt toegediend, moet erop gelet worden dat er geen opstapeling van sulfamide optreedt bij patiënten met nierinsufficiëntie (zie rubriek 4.4).
Leverinsufficiëntie
Voorzichtigheid is geboden bij toediening van Daraprim aan patiënten met leverinsufficiëntie.
Er bestaat geen algemene aanbeveling met betrekking tot een eventuele vermindering van de dosering bij leverinsufficiëntie maar de dosis moet geval per geval worden aangepast (zie rubriek 4.4).
Wijze van toediening
Orale toediening.
4.3 Contra-indicaties
Overgevoeligheid voor de werkzame stof of voor een van de in rubriek 6.1 vermelde hulpstoffen.
Daraprim mag niet worden gebruikt tijdens het eerste trimester van de zwangerschap (zie rubriek 4.6).
Aangezien pyrimethamine in combinatie met een ander geneesmiddel moet worden ingenomen, moet met de contra-indicaties daarvan ook rekening worden gehouden.
4.8 Bijwerkingen
Samenvatting van het veiligheidsprofiel
Aangezien in de bovenstaande indicaties een sulfamide in combinatie met Daraprim moet worden toegediend, moet de Samenvatting van de Productkenmerken van het sulfamide geraadpleegd worden voor de bijwerkingen van dit middel (zie rubriek 4.4).
Het is belangrijk om op te merken dat de frequentiecategorieën die aan elk van hieronder vermelde bijwerkingen werden toegekend slechts schattingen zijn aangezien er onvoldoende gegevens beschikbaar zijn om precieze incidenties te berekenen. De frequentie van de bijwerkingen kan uiteenlopen naargelang de indicatie en de mogelijke bijdrage van gelijktijdig toegediende sulfamiden bij het voorkomen van deze effecten is niet bekend. Bovendien kunnen bepaalde bijwerkingen verband houden met een onderliggende aandoening.
De bijwerkingen die het vaakst werden gemeld bij gebruik van pyrimethamine zijn: anemie, hoofdpijn, braken, misselijkheid, diarree en huiduitslag.
De bijwerkingen worden hieronder per orgaansysteemklasse en frequentie gegeven. Frequenties worden gedefinieerd als: zeer vaak (≥1/10), vaak (≥1/100 en <1/10), soms (≥1/1000 en <1/100), zelden (≥ 1/10000 en <1/1000), zeer zelden (<1/10000) en frequentie niet bekend (kan met de beschikbare gegevens niet worden bepaald).
Bloed- en lymfestelselaandoeningen 1
Zeer vaak Anemie
Vaak Leukopenie, trombocytopenie
Zeer zelden Pancytopenie
Zenuwstelselaandoeningen
Zeer vaak Hoofdpijn
Vaak Vertigo
Zeer zelden Convulsies 2 (hoofdzakelijk bij patiënten die behandeld werden voor
toxoplasmose)
(Zie rubrieken 4.4 en 4.7).
Ademhalingsstelsel-, borstkas- en mediastinumaandoeningen
Zeer zelden Pneumonie met cellulaire en eosinofiele longinfiltraten, waargenomen als Daraprim eenmaal per week werd toegediend samen met sulfadoxine.
Maag-darmstelselaandoeningen
Zeer vaak Braken, nausea, diarree
Zeer zelden Kolieken, mondulcera
Huid- en onderhuidaandoeningen 3
Zeer vaak Huiduitslag
Soms Abnormale huidpigmentatie
Zeer zelden Dermatitis
Algemene aandoeningen en toedieningsplaatsstoornissen
Soms Koorts
1 Zie rubriek 4.4 Onderdrukking van de hematopoëse en Preventie van hematologische toxiciteit
2 Zie rubriek 4.4 Epilepsie
3 Zie rubriek 4.4 Voorzorgsmaatregelen voor sulfamiden
De algemene voorzorgen en het aangepaste gebruik van pyrimethamine staan beschreven in rubriek 4.2.
Melding van vermoedelijke bijwerkingen
Het is belangrijk om na toelating van het geneesmiddel vermoedelijke bijwerkingen te melden. Op deze wijze kan de verhouding tussen voordelen en risico’s van het geneesmiddel voortdurend worden gevolgd. Beroepsbeoefenaren in de gezondheidszorg wordt verzocht alle vermoedelijke bijwerkingen te melden via het nationale meldsysteem:
Federaal Agentschap voor Geneesmiddelen en Gezondheidsproducten
Afdeling Vigilantie
Postbus 97
1000 Brussel
Madou
Website: www.eenbijwerkingmelden.be
e-mail: adr@fagg.be
7. HOUDER VAN DE VERGUNNING VOOR HET IN DE HANDEL BRENGEN
GlaxoSmithKline Pharmaceuticals s.a./n.v.
Avenue Fleming, 20
B-1300 Wavre
8. NUMMER(S) VAN DE VERGUNNING VOOR HET IN DE HANDEL BRENGEN
BE058396
10. DATUM VAN HERZIENING VAN DE TEKST
11/2023
PRIJZEN
CNK code | Verpakking | ATC5 code | Prijs | Af-fabriek prijs | Voorschriftplichtig | Remgeld reguliere tegemoetkoming | Remgeld verhoogde tegemoetkoming |
---|---|---|---|---|---|---|---|
0033571 | DARAPRIM COMP. 30X25 MG | P01BD01 | € 4,46 | - | Ja | - | - |