1. NAAM VAN HET GENEESMIDDEL
AMGEVITA 20 mg oplossing voor injectie in een voorgevulde spuit
AMGEVITA 40 mg oplossing voor injectie in een voorgevulde spuit
AMGEVITA 80 mg oplossing voor injectie in een voorgevulde spuit
AMGEVITA 40 mg oplossing voor injectie in een voorgevulde pen
AMGEVITA 80 mg oplossing voor injectie in een voorgevulde pen
2. KWALITATIEVE EN KWANTITATIEVE SAMENSTELLING
AMGEVITA 20 mg oplossing voor injectie in een voorgevulde spuit
Elke voorgevulde spuit bevat een enkele dosis van 20 mg adalimumab in 0,2 ml oplossing (100 mg/ml).
AMGEVITA 40 mg oplossing voor injectie in een voorgevulde spuit
Elke voorgevulde spuit bevat een enkele dosis van 40 mg adalimumab in 0,4 ml oplossing (100 mg/ml).
AMGEVITA 80 mg oplossing voor injectie in een voorgevulde spuit
Elke voorgevulde spuit bevat een enkele dosis van 80 mg adalimumab in 0,8 ml oplossing (100 mg/ml).
AMGEVITA 40 mg oplossing voor injectie in een voorgevulde pen
Elke voorgevulde pen bevat een enkele dosis van 40 mg adalimumab in 0,4 ml oplossing (100 mg/ml).
AMGEVITA 80 mg oplossing voor injectie in een voorgevulde pen
Elke voorgevulde pen bevat een enkele dosis van 80 mg adalimumab in 0,8 ml oplossing (100 mg/ml).
Adalimumab is een recombinant humaan monoklonaal antilichaam dat geproduceerd wordt in ovariumcellen van de Chinese Hamster (CHO-cellen).
Voor de volledige lijst van hulpstoffen, zie rubriek 6.1.
3. FARMACEUTISCHE VORM
Oplossing voor injectie (injectie)
Oplossing voor injectie (injectie) in een voorgevulde pen (SureClick)
Heldere en kleurloze tot gelige oplossing.
4. KLINISCHE GEGEVENS
4.1 Therapeutische indicaties
Reumatoïde artritis
AMGEVITA is in combinatie met methotrexaat geïndiceerd voor:
- de behandeling van volwassen patiënten met matige tot ernstige, actieve reumatoïde artritis wanneer de respons op antireumatische geneesmiddelen (DMARD’s), waaronder methotrexaat, ontoereikend is gebleken.
- de behandeling van volwassen patiënten met ernstige, actieve en progressieve reumatoïde artritis die niet eerder behandeld zijn met methotrexaat.
AMGEVITA kan gegeven worden als monotherapie in geval van intolerantie voor methotrexaat of wanneer voortgezette behandeling met methotrexaat ongewenst is.
AMGEVITA remt de progressie van gewrichtsschade, wat gemeten is door middel van röntgenonderzoek, en verbetert de fysieke functie wanneer het gegeven wordt in combinatie met methotrexaat.
Juveniele idiopathische artritis
Polyarticulaire juveniele idiopathische artritis
AMGEVITA is in combinatie met methotrexaat geïndiceerd voor de behandeling van actieve polyarticulaire juveniele idiopathische artritis, bij patiënten vanaf de leeftijd van 2 jaar die een ontoereikende respons hebben gehad op één of meerdere DMARD’s. AMGEVITA kan als monotherapie worden gebruikt in geval van intolerantie voor methotrexaat of wanneer voortgezette behandeling met methotrexaat ongewenst is (voor de werkzaamheid van monotherapie zie rubriek 5.1). Het gebruik van adalimumab is niet onderzocht bij patiënten jonger dan 2 jaar.
Enthesitis-gerelateerde artritis
AMGEVITA is geïndiceerd voor de behandeling van actieve enthesitis-gerelateerde artritis bij patiënten vanaf 6 jaar die een ontoereikende respons hebben gehad op conventionele therapie of die conventionele therapie niet verdragen (zie rubriek 5.1).
Axiale spondylartritis
Spondylitis ankylopoetica (AS)
AMGEVITA is geïndiceerd voor de behandeling van ernstige actieve spondylitis ankylopoetica bij volwassenen die onvoldoende gereageerd hebben op conventionele therapie.
Axiale spondylartritis zonder röntgenologisch bewijs van AS
AMGEVITA is geïndiceerd voor de behandeling van volwassenen met ernstige axiale spondylartritis zonder röntgenologisch bewijs van AS, maar met objectieve tekenen van ontsteking door verhoogde CRP en/of MRI, die een inadequate respons hebben gehad op, of die intolerant zijn voor, non-steroïdale ontstekingsremmers (NSAID’s).
Arthritis psoriatica
AMGEVITA is geïndiceerd voor de behandeling van actieve en progressieve arthritis psoriatica bij volwassen patiënten wanneer de respons op eerdere therapie met DMARD’s ontoereikend is gebleken. AMGEVITA remt de mate van progressie van perifere gewrichtsschade zoals gemeten door middel van röntgenonderzoek bij patiënten met het polyarticulaire symmetrische subtype van de aandoening (zie rubriek 5.1) en verbetert het lichamelijk functioneren.
Psoriasis
AMGEVITA is geïndiceerd voor de behandeling van matige tot ernstige chronische plaquepsoriasis bij volwassen patiënten die in aanmerking komen voor systemische therapie.
Juveniele plaquepsoriasis
AMGEVITA is geïndiceerd voor de behandeling van ernstige chronische plaquepsoriasis bij kinderen en adolescenten vanaf 4 jaar die een ontoereikende respons hebben gehad op, of niet geschikt zijn voor, topicale therapie en lichttherapieën.
Hidradenitis suppurativa (HS)
AMGEVITA is geïndiceerd voor de behandeling van actieve matige tot ernstige hidradenitis suppurativa (acne inversa) bij volwassenen en adolescenten vanaf 12 jaar met ontoereikende respons op een conventionele systemische HS‑behandeling (zie rubriek 5.1 en 5.2).
De ziekte van Crohn
AMGEVITA is geïndiceerd voor de behandeling van matig tot ernstig actieve ziekte van Crohn, bij volwassen patiënten die niet gereageerd hebben op een volledige en adequate behandeling met een corticosteroïd en/of een immunosuppressivum, of die dergelijke behandelingen niet verdragen of bij wie hiertegen een contra-indicatie bestaat.
Juveniele ziekte van Crohn
AMGEVITA is geïndiceerd voor de behandeling van matig tot ernstig actieve ziekte van Crohn bij kinderen (vanaf 6 jaar) die een ontoereikende respons hebben gehad op conventionele behandeling waaronder primaire voedingstherapie en een corticosteroïde en/of een immunomodulator, of die dergelijke behandelingen niet verdragen of bij wie hiertegen een contra-indicatie bestaat.
Colitis ulcerosa
AMGEVITA is geïndiceerd voor de behandeling van matig tot ernstig actieve colitis ulcerosa bij volwassen patiënten die een ontoereikende respons hebben gehad op conventionele therapie, waaronder corticosteroïden en 6‑mercaptopurine (6-MP) of azathioprine (AZA), of die dergelijke behandelingen niet verdragen of bij wie hiertegen een contra-indicatie bestaat.
Juveniele colitis ulcerosa
AMGEVITA is geïndiceerd voor de behandeling van matig tot ernstig actieve colitis ulcerosa bij kinderen (vanaf 6 jaar) die een ontoereikende respons hebben gehad op conventionele behandeling waaronder corticosteroïden en/of 6-mercaptopurine (6-MP) of azathioprine (AZA), of die dergelijke behandelingen niet verdragen of bij wie hiertegen een contra-indicatie bestaat.
Uveïtis
AMGEVITA is geïndiceerd voor de behandeling van niet-infectieuze intermediaire uveïtis, posterieure uveïtis en panuveïtis bij volwassen patiënten die een ontoereikende respons hebben gehad op corticosteroïden, bij patiënten die minder corticosteroïden moeten gebruiken of voor wie een corticosteroïde behandeling niet geschikt is.
Juveniele uveïtis
AMGEVITA is geïndiceerd voor de behandeling van juveniele chronische niet-infectieuze uveitis anterior bij patiënten vanaf twee jaar die een ontoereikende respons hebben gehad op conventionele behandeling of deze niet verdragen, of voor wie conventionele behandeling niet geschikt is.
4.2 Dosering en wijze van toediening
De AMGEVITA-behandeling dient te worden geïnitieerd en plaats te vinden onder toezicht van medische specialisten met ervaring in het diagnosticeren en behandelen van de aandoeningen waarvoor AMGEVITA is geïndiceerd. Oogartsen wordt geadviseerd om te overleggen met een geschikte specialist voor aanvang van de behandeling met AMGEVITA (zie rubriek 4.4). Aan patiënten die behandeld worden met AMGEVITA dient een speciale AMGEVITA-veiligheidsinformatiekaart voor patiënten (patiëntenkaart) gegeven te worden.
Na de injectietechniek goed te hebben geoefend, kunnen patiënten zelf AMGEVITA injecteren als hun arts beslist dat dit passend is, en met medische follow-up voor zover dit nodig is.
Gedurende de behandeling met AMGEVITA moeten andere gelijktijdige behandelingen (bijv. corticosteroïden en/of immuunmodulerende middelen) worden geoptimaliseerd.
Dosering
Reumatoïde artritis
De aanbevolen dosis AMGEVITA voor volwassen patiënten met reumatoïde artritis is 40 mg adalimumab eenmaal per twee weken toegediend als een enkele dosis via subcutane injectie. Methotrexaat wordt voortgezet tijdens de behandeling met AMGEVITA.
Glucocorticoïden, salicylaten, niet-steroïde anti-inflammatoire middelen of analgetica kunnen gedurende de behandeling met AMGEVITA worden gecontinueerd. Aangaande de combinatie met andere antireumatische geneesmiddelen anders dan methotrexaat zie rubriek 4.4 en 5.1.
Bij gebruik als monotherapie, kunnen patiënten die een afname in hun respons hebben op AMGEVITA 40 mg eenmaal per twee weken baat hebben bij een verhoging van de dosis adalimumab tot 40 mg per week of 80 mg eenmaal per twee weken.
Beschikbare data over adalimumab geven aan dat de klinische respons normaal binnen 12 weken behandeling wordt bereikt. Het vervolgen van de therapie bij patiënten die in deze periode nog niet reageren op het geneesmiddel, dient heroverwogen te worden.
AMGEVITA kan beschikbaar zijn in verschillende sterktes en/of vormen afhankelijk van de individuele behandelingsbehoeften.
Onderbreking van de toediening
Het kan nodig zijn de toediening te onderbreken, bijvoorbeeld voor een operatie of wanneer een ernstige infectie optreedt.
Uit beschikbare gegevens blijkt dat het opnieuw starten met adalimumab na stopzetting voor 70 dagen of langer, resulteerde in een even grote klinische respons en een vergelijkbaar veiligheidsprofiel als voor de onderbreking.
Spondylitis ankylopoetica, axiale spondylartritis zonder röntgenologisch bewijs van AS en arthritis psoriatica
De aanbevolen dosis AMGEVITA voor patiënten met spondylitis ankylopoetica, axiale spondylartritis zonder röntgenologisch bewijs van AS en voor patiënten met arthritis psoriatica is 40 mg adalimumab eenmaal per twee weken toegediend als een enkele dosis via subcutane injectie.
Beschikbare data geven aan dat de klinische respons normaal binnen 12 weken behandeling wordt bereikt. Het vervolgen van de therapie bij patiënten die in deze periode nog niet reageren op het geneesmiddel, dient heroverwogen te worden.
Psoriasis
De aanbevolen dosering AMGEVITA voor volwassen patiënten bestaat uit een aanvangsdosis van 80 mg, subcutaan toegediend, gevolgd door 40 mg subcutaan eenmaal per twee weken vanaf één week na de aanvangsdosis.
Als een patiënt na 16 weken behandeling niet gereageerd heeft, dient voortzetting van de therapie zorgvuldig te worden heroverwogen.
Na 16 weken kunnen patiënten die onvoldoende reageren op AMGEVITA 40 mg eenmaal per twee weken baat hebben bij een verhoging van de dosis naar 40 mg eenmaal per week of 80 mg eenmaal per twee weken. Bij patiënten met onvoldoende respons dienen de voordelen en risico’s van voortgezette wekelijkse 40 mg behandeling dan wel 80 mg eenmaal per twee weken zorgvuldig te worden afgewogen nadat de dosis is verhoogd (zie rubriek 5.1). Als de respons voldoende is bij 40 mg eenmaal per week of 80 mg eenmaal per twee weken, kan de dosis vervolgens weer naar 40 mg eenmaal per twee weken verlaagd worden.
AMGEVITA kan beschikbaar zijn in verschillende sterktes en/of vormen afhankelijk van de individuele behandelingsbehoeften.
Hidradenitis suppurativa
Het aanbevolen AMGEVITA-doseringsschema voor volwassen patiënten met hidradenitis suppurativa (HS) start met 160 mg op dag 1 (dosis kan worden toegediend als twee injecties van 80 mg op één dag of als één injectie van 80 mg per dag op twee achtereenvolgende dagen), gevolgd door 80 mg twee weken later op dag 15. Twee weken later (dag 29) wordt de therapie voortgezet met een dosis van 40 mg per week of 80 mg eenmaal per twee weken. Behandelingen met antibiotica mogen indien nodig tijdens de behandeling met AMGEVITA worden voortgezet. Patiënten wordt aangeraden tijdens de behandeling met AMGEVITA dagelijks een lokaal antiseptisch middel voor hun HS‑laesies te gebruiken.
Voortzetting van de behandeling dient zorgvuldig te worden heroverwogen wanneer een patiënt in week 12 nog geen respons vertoont.
Als de behandeling moet worden onderbroken, kan er opnieuw worden gestart met 40 mg AMGEVITA per week of 80 mg eenmaal per twee weken (zie rubriek 5.1).
De verhouding tussen voordelen en risico’s van aanhoudende langetermijnbehandeling moet regelmatig geëvalueerd worden (zie rubriek 5.1).
AMGEVITA kan beschikbaar zijn in verschillende sterktes en/of vormen afhankelijk van de individuele behandelingsbehoeften.
De ziekte van Crohn
Het aanbevolen inductiedoseringsschema voor AMGEVITA voor volwassen patiënten met matig tot ernstig actieve ziekte van Crohn is 80 mg in week 0, gevolgd door 40 mg in week 2. Indien er een snellere respons op de therapie nodig is, kan het schema 160 mg in week 0 (toegediend als twee 80 mg injecties op één dag of als één 80 mg injectie per dag voor twee opeenvolgende dagen), gevolgd door 80 mg in week 2 worden gebruikt, waarbij men zich ervan bewust moet zijn dat het risico van bijwerkingen hoger is gedurende de inductie.
Na de inductiebehandeling is de aanbevolen dosering 40 mg eenmaal per twee weken via subcutane injectie. Eventueel mag, indien een patiënt gestopt is met AMGEVITA en symptomen van de ziekte terugkeren, AMGEVITA opnieuw worden toegediend. Er is weinig ervaring met opnieuw toedienen na meer dan 8 weken sinds de vorige dosis.
Gedurende de onderhoudsbehandeling, kunnen corticosteroïden geleidelijk worden afgebouwd, overeenkomstig klinische richtlijnen.
Sommige patiënten die een verminderde respons ervaren op AMGEVITA 40 mg eenmaal per twee weken, kunnen baat hebben bij een verhoging van de dosis naar elke week 40 mg AMGEVITA of 80 mg eenmaal per twee weken.
Sommige patiënten die geen respons hebben in week 4 kunnen baat hebben bij voortgezette onderhoudsbehandeling tot en met week 12. Voortgezette behandeling dient zorgvuldig te worden heroverwogen bij een patiënt die geen respons ervaart binnen deze periode.
AMGEVITA kan beschikbaar zijn in verschillende sterktes en/of vormen afhankelijk van de individuele behandelingsbehoeften.
Colitis ulcerosa
Het aanbevolen inductiedoseringsschema voor AMGEVITA voor volwassen patiënten met matige tot ernstige colitis ulcerosa is 160 mg in week 0 (toegediend als twee 80 mg injecties op één dag of als één 80 mg injectie per dag voor twee opeenvolgende dagen) en 80 mg in week 2. Na de inductiebehandeling is de aanbevolen dosering 40 mg eenmaal per twee weken via subcutane injectie.
Gedurende de onderhoudsbehandeling kunnen corticosteroïden geleidelijk worden afgebouwd, overeenkomstig klinische richtlijnen.
Sommige patiënten die een verminderde respons ervaren op 40 mg eenmaal per twee weken, kunnen baat hebben bij een verhoging van de dosis naar elke week 40 mg AMGEVITA of 80 mg eenmaal per twee weken.
Uit beschikbare gegevens blijkt dat klinische respons gewoonlijk binnen 2‑8 weken behandeling wordt bereikt. Behandeling met AMGEVITA dient niet te worden voortgezet bij patiënten die binnen deze periode geen respons ervaren.
AMGEVITA kan beschikbaar zijn in verschillende sterktes en/of vormen afhankelijk van de individuele behandelingsbehoeften.
Uveïtis
De aanbevolen dosering AMGEVITA voor volwassen patiënten met uveïtis bestaat uit een aanvangsdosis van 80 mg, gevolgd door 40 mg eenmaal per twee weken vanaf één week na de aanvangsdosis. Er is beperkte ervaring met de start van behandeling met uitsluitend adalimumab. Behandeling met AMGEVITA kan gestart worden in combinatie met corticosteroïden en/of andere niet-biologische immuunmodulerende middelen. Corticosteroïden die gelijktijdig worden gebruikt kunnen worden afgebouwd overeenkomstig de klinische praktijk, te beginnen twee weken na aanvang van de behandeling met AMGEVITA.
De verhouding tussen voordelen en risico’s van voortgezette langetermijnbehandeling moet jaarlijks geëvalueerd worden (zie rubriek 5.1).
AMGEVITA kan beschikbaar zijn in verschillende sterktes en/of vormen afhankelijk van de individuele behandelingsbehoeften.
Speciale populaties
Ouderen
Aanpassing van de dosis is niet vereist.
Nier- en/of leverfunctiestoornis
Adalimumab is niet onderzocht in deze patiëntenpopulatie. Er kan geen doseringsadvies worden gegeven.
Pediatrische patiënten
Juveniele idiopathische artritis
Polyarticulaire juveniele idiopathische artritis vanaf de leeftijd van 2 jaar
De aanbevolen dosis AMGEVITA voor patiënten met polyarticulaire juveniele idiopathische artritis vanaf 2 jaar is gebaseerd op het lichaamsgewicht (tabel 1). AMGEVITA wordt eenmaal per twee weken toegediend via subcutane injectie.
Tabel 1. AMGEVITA-dosis voor patiënten met polyarticulaire juveniele idiopathische artritis
Patiëntgewicht | Doseringsschema |
10 kg tot < 30 kg | 20 mg eenmaal per twee weken |
≥ 30 kg | 40 mg eenmaal per twee weken |
Uit beschikbare klinische gegevens blijkt dat klinische respons meestal binnen 12 weken behandeling wordt bereikt. Voortgezette behandeling dient zorgvuldig te worden heroverwogen bij een patiënt die geen respons ervaart binnen deze periode.
Er is geen relevante toepassing van adalimumab bij patiënten jonger dan 2 jaar voor deze indicatie.
AMGEVITA kan beschikbaar zijn in verschillende sterktes en/of vormen afhankelijk van de individuele behandelingsbehoeften.
Enthesitis-gerelateerde artritis
De aanbevolen dosis AMGEVITA voor patiënten met enthesitis-gerelateerde artritis met een leeftijd vanaf 6 jaar is gebaseerd op lichaamsgewicht (tabel 2). AMGEVITA wordt eenmaal per twee weken toegediend via subcutane injectie.
Tabel 2. AMGEVITA-dosis voor patiënten met enthesitis-gerelateerde artritis
Patiëntgewicht | Doseringsschema |
15 kg tot < 30 kg | 20 mg eenmaal per twee weken |
≥ 30 kg | 40 mg eenmaal per twee weken |
Het gebruik van adalimumab is niet onderzocht bij patiënten met enthesitis-gerelateerde artritis jonger dan 6 jaar.
AMGEVITA kan beschikbaar zijn in verschillende sterktes en/of vormen afhankelijk van de individuele behandelingsbehoeften.
Artritis psoriatica en axiale spondylartritis waaronder spondylitis ankylopoetica
Er is geen relevante toepassing van adalimumab bij pediatrische patiënten voor de indicaties spondylitis ankylopoetica en artritis psoriatica.
Juveniele plaquepsoriasis
De aanbevolen dosis AMGEVITA voor patiënten met plaquepsoriasis van 4 tot en met 17 jaar oud is gebaseerd op lichaamsgewicht (tabel 3). AMGEVITA wordt toegediend via subcutane injectie.
Tabel 3. AMGEVITA-dosis voor kinderen met plaquepsoriasis
Patiëntgewicht | Doseringsschema |
15 kg tot < 30 kg | Aanvangsdosis van 20 mg, gevolgd door 20 mg eenmaal per twee weken vanaf één week na de aanvangsdosis. |
≥ 30 kg | Aanvangsdosis van 40 mg, gevolgd door 40 mg eenmaal per twee weken vanaf één week na de aanvangsdosis. |
Voortgezette behandeling dient zorgvuldig te worden heroverwogen bij een patiënt die geen respons ervaart binnen 16 weken.
Als herbehandeling met AMGEVITA geïndiceerd is, dient bovenstaande aanbeveling over de dosering en de behandelingsduur gevolgd te worden.
De veiligheid van adalimumab bij kinderen met plaquepsoriasis is beoordeeld gedurende gemiddeld 13 maanden.
Er is geen relevante toepassing van adalimumab bij kinderen jonger dan 4 jaar voor deze indicatie.
AMGEVITA kan beschikbaar zijn in verschillende sterktes en/of vormen afhankelijk van de individuele behandelingsbehoeften.
Hidradenitis suppurativa bij adolescenten (vanaf 12 jaar, met een gewicht van minstens 30 kg)
Er zijn geen klinische studies met adalimumab in adolescente patiënten met HS gedaan. De dosering van AMGEVITA bij deze patiënten is bepaald met farmacokinetische modellen en simulatie (zie rubriek 5.2).
De aanbevolen dosis AMGEVITA is 80 mg in week 0 gevolgd door 40 mg eenmaal per twee weken vanaf week 1 via subcutane injectie.
Bij adolescente patiënten die onvoldoende reageren op AMGEVITA 40 mg eenmaal per twee weken, kan verhoging van de dosis naar 40 mg eenmaal per week of 80 mg eenmaal per twee weken worden overwogen.
Behandelingen met antibiotica kunnen indien nodig tijdens de behandeling met AMGEVITA worden voortgezet. Patiënten wordt aangeraden tijdens de behandeling met AMGEVITA dagelijks een lokaal antiseptisch middel voor hun HS-laesies te gebruiken.
Voortzetting van de behandeling dient zorgvuldig te worden heroverwogen wanneer een patiënt in week 12 nog geen respons vertoont.
Als de behandeling wordt onderbroken, kan er indien nodig opnieuw worden gestart met AMGEVITA.
De verhouding tussen voordelen en risico’s van aanhoudende langetermijnbehandeling moet regelmatig geëvalueerd worden (zie de gegevens voor volwassenen in rubriek 5.1).
Er is geen relevante toepassing van AMGEVITA bij kinderen jonger dan 12 jaar met deze indicatie.
AMGEVITA kan beschikbaar zijn in verschillende sterktes en/of vormen afhankelijk van de individuele behandelingsbehoeften.
Juveniele ziekte van Crohn
De aanbevolen dosis AMGEVITA voor patiënten met de ziekte van Crohn van 6 tot en met 17 jaar oud gebaseerd op lichaamsgewicht (tabel 4). AMGEVITA wordt toegediend via subcutane injectie.
Tabel 4. AMGEVITA-dosis voor kinderen met de ziekte van Crohn
Patiënt-gewicht | Inductiedosering | Onderhouds-dosering vanaf week 4 |
< 40 kg |
| 20 mg eenmaal per twee weken |
≥ 40 kg |
| 40 mg eenmaal per twee weken |
Patiënten die onvoldoende respons ervaren, kunnen baat hebben bij een verhoging van de dosis:
- < 40 kg: 20 mg elke week
- ≥ 40 kg: 40 mg elke week of 80 mg eenmaal per twee weken
Voortzetting van de behandeling dient zorgvuldig te worden overwogen wanneer een patiënt in week 12 nog geen respons vertoont.
Er is geen relevante toepassing van adalimumab bij kinderen jonger dan 6 jaar voor deze indicatie.
AMGEVITA kan beschikbaar zijn in verschillende sterktes en/of vormen afhankelijk van de individuele behandelingsbehoeften.
Juveniele colitis ulcerosa
De aanbevolen dosis AMGEVITA voor patiënten van 6 tot en met 17 jaar met colitis ulcerosa is gebaseerd op het lichaamsgewicht (tabel 5). AMGEVITA wordt toegediend via subcutane injectie.
Tabel 5. AMGEVITA-dosis voor pediatrische patiënten met colitis ulcerosa
Patiënt-gewicht | Inductiedosering | Onderhouds- |
< 40 kg |
| 40 mg eenmaal per twee weken |
≥ 40 kg |
| 80 mg eenmaal per twee weken |
* Pediatrische patiënten die 18 jaar worden tijdens behandeling met AMGEVITA dienen door te gaan met de hun voorgeschreven onderhoudsdosis.
Voortzetting van de behandeling na 8 weken dient zorgvuldig te worden overwogen bij patiënten die geen tekenen van een respons vertonen binnen deze tijdsperiode.
Er is geen relevante toepassing van AMGEVITA bij kinderen jonger dan 6 jaar voor deze indicatie.
AMGEVITA kan beschikbaar zijn in verschillende sterktes en/of vormen afhankelijk van de individuele behandelingsbehoeften.
Juveniele uveïtis
De aanbevolen dosis AMGEVITA voor kinderen met uveïtis vanaf 2 jaar is gebaseerd op het lichaamsgewicht (tabel 6). AMGEVITA wordt toegediend via subcutane injectie.
Voor juveniele uveïtis is er geen ervaring met de behandeling van AMGEVITA zonder gelijktijdig gebruik van methotrexaat.
Tabel 6. AMGEVITA-dosis voor kinderen met uveïtis
Patiëntgewicht | Doseringsschema |
< 30 kg | 20 mg eenmaal per twee weken in combinatie met methotrexaat |
≥ 30 kg | 40 mg eenmaal per twee weken in combinatie met methotrexaat |
Bij initiatie van de AMGEVITA-behandeling kan één week voor aanvang van de onderhoudsbehandeling een oplaaddosis van 40 mg worden toegediend voor patiënten < 30 kg of 80 mg voor patiënten ≥ 30 kg. Er zijn geen klinische gegevens beschikbaar over het gebruik van een oplaaddosis AMGEVITA bij kinderen jonger dan 6 jaar (zie rubriek 5.2).
Er is geen relevante toepassing van AMGEVITA bij kinderen jonger dan 2 jaar voor deze indicatie.
De verhouding tussen voordelen en risico’s van voortgezette langetermijnbehandeling moet jaarlijks geëvalueerd worden (zie rubriek 5.1).
AMGEVITA kan beschikbaar zijn in verschillende sterktes en/of vormen afhankelijk van de individuele behandelingsbehoeften.
Wijze van toediening
AMGEVITA wordt toegediend via subcutane injectie. Een volledige gebruiksaanwijzing is te vinden in de bijsluiter.
4.3 Contra-indicaties
Overgevoeligheid voor de werkzame stof of voor een van de in rubriek 6.1 vermelde hulpstoffen.
Actieve tuberculose of andere ernstige infecties zoals sepsis en andere opportunistische infecties (zie rubriek 4.4).
Matig tot ernstig hartfalen (NYHA-klasse III/IV) (zie rubriek 4.4).
4.8 Bijwerkingen
Samenvatting van het veiligheidsprofiel
Adalimumab is tot 60 maanden of langer onderzocht bij 9.506 patiënten in de belangrijkste gecontroleerde en open-label onderzoeken. Bij deze onderzoeken waren patiënten betrokken met kort bestaande en langer bestaande reumatoïde artritis, met juveniele idiopathische artritis (polyarticulaire juveniele idiopathische artritis en enthesitis-gerelateerde artritis) en met axiale spondylartritis (spondylitis ankylopoetica en axiale spondylartritis zonder röntgenologisch bewijs van AS), arthritis psoriatica, de ziekte van Crohn, colitis ulcerosa, psoriasis, hidradenitis suppurativa en uveïtis. In de belangrijkste gecontroleerde onderzoeken kregen 6.089 patiënten adalimumab en 3.801 patiënten een placebo of active-comparator tijdens de gecontroleerde periode.
Het deel van de patiënten dat de behandeling staakte omwille van bijwerkingen tijdens het dubbelblinde gecontroleerde deel van de belangrijkste onderzoeken bedroeg 5,9% voor de patiënten die adalimumab gebruikten en 5,4% voor met controle behandelde patiënten.
De meest gemelde bijwerkingen zijn infecties (zoals nasofaryngitis, infectie van de bovenste luchtwegen en sinusitis), reacties op de injectieplaats (erytheem, jeuk, bloeding, pijn of zwelling), hoofdpijn en skeletspierpijn.
Voor adalimumab zijn meldingen van ernstige bijwerkingen gedaan. TNF-antagonisten zoals AMGEVITA hebben een effect op het immuunsysteem en het gebruik ervan kan de afweer van het lichaam tegen infecties en kanker beïnvloeden.
Fatale en levensbedreigende infecties (waaronder sepsis, opportunistische infecties en TB), HBV-reactivatie en verscheidene maligniteiten (waaronder leukemie, lymfomen en HSTCL) zijn ook gemeld bij gebruik van adalimumab.
Ook zijn meldingen gedaan van ernstige hematologische, neurologische en auto-immuunreacties. Deze omvatten zeldzame gevallen van pancytopenie, aplastische anemie, centrale en perifere demyeliniserende aandoeningen en meldingen van lupus, lupus-gerelateerde aandoeningen en Stevens‑Johnson-syndroom.
Pediatrische patiënten
In het algemeen waren de bijwerkingen bij kinderen qua frequentie en type vergelijkbaar met de bij volwassen patiënten waargenomen bijwerkingen.
Getabelleerde lijst van bijwerkingen
De vermelde lijst met bijwerkingen is gebaseerd op ervaring uit klinische studies en op postmarketingervaring en is weergegeven per systeem/orgaanklasse en frequentie hieronder in tabel 7 zeer vaak (≥ 1/10); vaak (≥ 1/100, < 1/10); soms (≥ 1/1.000, < 1/100); zelden (≥ 1/10.000, < 1/1.000) en niet bekend (kan met de beschikbare gegevens niet worden bepaald). Binnen iedere frequentiegroep worden bijwerkingen gerangschikt naar afnemende ernst. De hoogste frequentie die werd waargenomen bij de verschillende indicaties is opgenomen. Een asterisk (*) in de ‘Systeem/orgaanklasse’-kolom betekent dat aanvullende informatie elders in rubriek 4.3, 4.4 en 4.8 gevonden kan worden.
Tabel 7. Bijwerkingen
Systeem/orgaanklasse | Frequentie | Bijwerkingen |
Infecties en parasitaire aandoeningen* | zeer vaak | luchtweginfecties (waaronder lagere en hogere luchtweginfecties, pneumonie, sinusitis, faryngitis, nasofaryngitis en virale herpes pneumonie) |
vaak | systemische infecties (waaronder sepsis, candidiasis en influenza), | |
soms | neurologische infecties (waaronder virale meningitis), | |
Neoplasmata, benigne, maligne | vaak | huidkanker met uitzondering van melanoom (waaronder basaalcelcarcinoom en plaveiselcelcarcinoom), |
soms | lymfoom**, | |
zelden | leukemie1) | |
niet bekend | hepatosplenisch T-cel lymfoom1), | |
Bloed- en lymfestelselaandoeningen* | zeer vaak | leukopenie (waaronder neutropenie en agranulocytose), |
vaak | leukocytose, | |
soms | idiopathische trombocytopenische purpura | |
zelden | pancytopenie | |
Immuunsysteemaandoeningen* | vaak | hypersensitiviteit, |
soms | sarcoïdose1), | |
zelden | anafylaxie1) | |
Voedings- en stofwisselingsstoornissen | zeer vaak | verhoogde lipiden |
vaak | hypokaliëmie, | |
Psychische stoornissen | vaak | stemmingsveranderingen (waaronder depressie), angst, |
Zenuwstelselaandoeningen* | zeer vaak | hoofdpijn |
vaak | paresthesie (waaronder hypo-esthesie), migraine, | |
soms | cerebrovasculair accident1), | |
zelden | multipele sclerose, | |
Oogaandoeningen | vaak | gezichtsvermogen afgenomen, |
soms | diplopie | |
Evenwichtsorgaan- en ooraandoeningen | vaak | vertigo |
soms | doofheid, | |
Hartaandoeningen* | vaak | tachycardie |
soms | myocardinfarct1), | |
zelden | hartstilstand | |
Bloedvataandoeningen | vaak | hypertensie, |
soms | aneurysma aortae, | |
Ademhalingsstelsel-, borstkas- en mediastinumaandoeningen* | vaak | astma, |
soms | longembolie1), | |
zelden | longfibrose1) | |
Maagdarmstelselaandoeningen | zeer vaak | buikpijn, |
vaak | maagdarmbloeding, | |
soms | pancreatitis, | |
zelden | intestinale perforatie1) | |
Lever- en galaandoeningen* | zeer vaak | verhoogde leverenzymen |
soms | cholecystitis en cholelithiase, | |
zelden | hepatitis | |
niet bekend | leverfalen1) | |
Huid- en onderhuidaandoeningen | zeer vaak | uitslag (waaronder schilferende uitslag) |
vaak | verergering of het ontstaan van psoriasis (inclusief psoriasis pustulosa palmoplantaris)1), | |
soms | nachtzweten, | |
zelden | erythema multiforme1), Stevens‑Johnson‑syndroom1), | |
niet bekend | verergering van symptomen van dermatomyositis1) | |
Skeletspierstelsel- en bindweefselaandoeningen | zeer vaak | skeletspierpijn |
vaak | spierspasmen (waaronder bloed creatininefosfokinase verhoogd) | |
soms | rabdomyolyse, | |
zelden | lupus-achtig syndroom1) | |
Nier- en urinewegaandoeningen | vaak | nierfunctiestoornissen, |
soms | nycturie | |
Voortplantingsstelsel- en borstaandoeningen | soms | erectiestoornissen |
Algemene aandoeningen en toedieningsplaatsstoornissen* | zeer vaak | reacties op de injectieplaats (waaronder erytheem op de injectieplaats) |
vaak | pijn op de borst, | |
soms | ontsteking | |
Onderzoeken* | vaak | stollings-en bloedingsstoornissen (waaronder verlengde geactiveerde partiële tromboplastinetijd), |
niet bekend | gewichtstoename2) | |
Letsels, intoxicaties en verrichtingscomplicaties | vaak | vertraagd herstel |
* nadere informatie is elders in rubriek 4.3, 4.4 en 4.8 te vinden
** inclusief aanvullende open-label onderzoeken
1) Inclusief spontane meldingen.
2) De gemiddelde gewichtsverandering vanaf baseline voor adalimumab varieerde van 0,3 kg tot 1,0 kg voor de verschillende indicaties voor volwassenen ten opzichte van (minus) -0,4 kg tot 0,4 kg voor placebo gedurende een behandelperiode van 4-6 maanden. Er werd ook een gewichtstoename van 5-6 kg waargenomen in langetermijnextensieonderzoeken met een gemiddelde blootstelling van ongeveer 1-2 jaar zonder controlegroep, met name bij patiënten met ziekte van Crohn en colitis ulcerosa. Het mechanisme achter dit effect is onduidelijk, maar zou verband kunnen houden met het ontstekingsremmende effect van adalimumab.
Hidradenitis suppurativa
Het veiligheidsprofiel voor HS-patiënten die eenmaal per week met adalimumab werden behandeld, kwam overeen met het reeds bekende veiligheidsprofiel van adalimumab.
Uveïtis
Het veiligheidsprofiel voor patiënten met uveïtis die eenmaal per twee weken met adalimumab werden behandeld, kwam overeen met het reeds bekende veiligheidsprofiel van adalimumab.
Beschrijving van geselecteerde bijwerkingen
Reacties op de injectieplaats
In de belangrijkste gecontroleerde onderzoeken bij volwassenen en kinderen traden bij 12,9% van de met adalimumab behandelde patiënten reacties op de injectieplaats op (erytheem en/of jeuk, bloeding, pijn of zwelling), in vergelijking met 7,2% van de patiënten die placebo of actieve-control kregen. Reacties op de injectieplaats noodzaakten doorgaans niet tot staken van het geneesmiddel.
Infecties
In de belangrijkste gecontroleerde onderzoeken bij volwassenen en kinderen bedroeg het incidentiecijfer voor infectie 1,51 per patiëntjaar bij de met adalimumab behandelde patiënten en 1,46 per patiëntjaar bij de met placebo en actieve-control behandelde patiënten. De infecties bestonden hoofdzakelijk uit nasofaryngitis, bovenste luchtweginfecties en sinusitis. De meeste patiënten bleven op adalimumab na het verdwijnen van de infectie.
De incidentie van ernstige infecties bedroeg 0,04 per patiëntjaar bij met adalimumab behandelde patiënten en 0,03 per patiëntjaar bij met placebo en actieve-control behandelde patiënten.
In gecontroleerde en open-label onderzoeken met adalimumab bij volwassenen en kinderen zijn ernstige infecties (waaronder fatale infecties, die zelden voorkwamen) gemeld, waaronder tuberculose (inclusief miliair en extrapulmonale locaties) en invasieve opportunistische infecties (o.a. gedissemineerde of extrapulmonale histoplasmose, blastomycose, coccidioïdomycose, pneumocystose, candidiasis, aspergillose en listeriose). De meeste gevallen van tuberculose traden op in de eerste acht maanden na het starten van de therapie en kan duiden op een recidief van een latente ziekte.
Maligniteiten en lymfoproliferatieve aandoeningen
Er zijn geen maligniteiten waargenomen bij 249 pediatrische patiënten met een blootstelling van 655,6 patiëntjaren tijdens onderzoeken met adalimumab bij patiënten met juveniele idiopathische artritis (polyarticulaire juveniele idiopathische artritis en enthesitis-gerelateerde artritis). Daarnaast zijn er geen maligniteiten waargenomen bij 192 kinderen met een blootstelling van 498,1 patiëntjaren tijdens onderzoeken met adalimumab bij kinderen met de ziekte van Crohn. Er zijn geen maligniteiten waargenomen bij 77 pediatrische patiënten met een blootstelling van 80,0 patiëntjaren tijdens een onderzoek met adalimumab bij pediatrische patiënten met chronische plaquepsoriasis. Er zijn geen maligniteiten waargenomen bij 93 pediatrische patiënten met een blootstelling van 65,3 patiëntjaren tijdens een adalimumab-onderzoek bij pediatrische patiënten met colitis ulcerosa. Er zijn geen maligniteiten waargenomen bij 60 pediatrische patiënten met een blootstelling van 58,4 patiëntjaren, tijdens een onderzoek met adalimumab bij pediatrische patiënten met uveïtis.
Tijdens de gecontroleerde gedeelten van belangrijke adalimumab-onderzoeken bij volwassenen die ten minste 12 weken duurden bij patiënten met matig ernstige tot ernstige actieve reumatoïde artritis, spondylitis ankylopoetica, axiale spondylartritis zonder röntgenologisch bewijs van AS, arthritis psoriatica, psoriasis, hidradenitis suppurativa, de ziekte van Crohn, colitis ulcerosa en uveïtis werden maligniteiten, anders dan lymfomen en niet-melanoom huidkanker, geobserveerd met een incidentie (95%-betrouwbaarheidsinterval) van 6,8 (4,4; 10,5) per 1.000 patiëntjaren bij 5.291 met adalimumab behandelde patiënten versus een incidentie van 6,3 (3,4; 11,8) per 1.000 patiëntjaren bij 3.444 controlepatiënten (gemiddelde behandelingsduur was 4,0 maanden voor adalimumab en 3,8 maanden voor de controlepatiënten). De incidentie (95%-betrouwbaarheidsinterval) van niet‑melanoom huidcarcinomen was 8,8 (6,0; 13,0) per 1.000 patiëntjaren bij de met adalimumab behandelde patiënten en 3,2 (1,3; 7,6) per 1.000 patiëntjaren bij de controlepatiënten. Van deze huidcarcinomen, bedroeg de incidentie (95%-betrouwbaarheidsinterval) van plaveiselcelcarcinoom 2,7 (1,4; 5,4) per 1.000 patiëntjaren bij met adalimumab behandelde patiënten en 0,6 (0,1; 4,5) per 1.000 patiëntjaren bij de controlepatiënten. De incidentie (95%-betrouwbaarheidsinterval) van lymfomen bedroeg 0,7 (0,2; 2,7) per 1.000 patiëntjaren bij met adalimumab behandelde patiënten en 0,6 (0,1; 4,5) per 1.000 patiëntjaren bij de controlepatiënten.
Bij het combineren van de gecontroleerde gedeelten van deze onderzoeken en de lopende en afgeronde open-label extensieonderzoeken met adalimumab met een gemiddelde duur van ongeveer 3,3 jaar waarin 6.427 patiënten geïncludeerd waren en meer dan 26.439 patiëntjaren van therapie, is het waargenomen aantal maligniteiten, anders dan lymfomen en niet‑melanoom huidcarcinomen ongeveer 8,5 per 1.000 patiëntjaren. De geobserveerde incidentie van niet-melanoom huidcarcinomen bedraagt ongeveer 9,6 per 1.000 patiëntjaren en voor lymfomen ongeveer 1,3 per 1.000 patiëntjaren.
Tijdens postmarketing ervaringen van januari 2003 tot december 2010, voornamelijk bij patiënten met reumatoïde artritis, was de incidentie van spontaan gerapporteerde maligniteiten ongeveer 2,7 per 1.000 patiëntbehandeljaren. De spontaan gerapporteerde incidenties van niet-melanoom huidcarcinomen en lymfomen waren respectievelijk ongeveer 0,2 en 0,3 per 1.000 patiëntbehandeljaren (zie rubriek 4.4).
Zeldzame postmarketing gevallen van hepatosplenisch T-cellymfoom zijn gerapporteerd bij patiënten die behandeld werden met adalimumab (zie rubriek 4.4).
Autoantilichamen
Op verschillende tijdstippen tijdens de reumatoïde artritis onderzoeken I-V werden serummonsters van de patiënten getest op autoantilichamen. In deze onderzoeken werden voor 11,9% van de met adalimumab behandelde patiënten en 8,1% van de met placebo en actieve-control behandelde patiënten die aan het begin van het onderzoek negatieve antinucleaire-antilichaamtiters hadden, positieve titers gemeld in week 24. Twee van de 3.441 met adalimumab behandelde patiënten in alle onderzoeken naar het gebruik bij reumatoïde artritis en arthritis psoriatica vertoonden klinische symptomen die wezen op recent opgetreden lupus-achtig syndroom. De patiënten vertoonden verbetering na het staken van de behandeling. Er waren geen patiënten bij wie lupus nefritis of symptomen van het centrale zenuwstelsel optraden.
Lever- en galaandoeningen
In de gecontroleerde fase 3 klinische onderzoeken met adalimumab bij patiënten met reumatoïde artritis en arthritis psoriatica met een controleperiode met een duur variërend van 4 tot 104 weken, kwamen ALAT‑verhogingen van ≥ 3 × ULN voor bij 3,7% van de patiënten die werden behandeld met adalimumab en bij 1,6% van de patiënten in de controle-arm.
In de gecontroleerde fase 3 klinische onderzoeken met adalimumab bij patiënten met polyarticulaire juveniele idiopathische artritis in de leeftijd van 4 tot en met 17 jaar en enthesitis-gerelateerde artritis in de leeftijd van 6 tot en met 17 jaar, kwamen ALAT-verhogingen van ≥ 3 × ULN voor bij 6,1% van de patiënten die werden behandeld met adalimumab en bij 1,3% van de patiënten in de controle-arm. De meeste ALAT-verhogingen kwamen voor tijdens gelijktijdig gebruik van methotrexaat. In het fase 3 klinische onderzoek kwamen geen ALAT-verhogingen van ≥ 3 × ULN voor bij patiënten met polyarticulaire juveniele idiopathische artritis in de leeftijd van 2 tot 4 jaar.
In de gecontroleerde fase 3 klinische onderzoeken met adalimumab bij patiënten met de ziekte van Crohn en colitis ulcerosa waarbij de controleperiode varieerde van 4 tot 52 weken, kwamen ALAT-verhogingen van ≥ 3 × ULN voor bij 0,9% van de patiënten die werden behandeld met adalimumab en bij 0,9% van de patiënten in de controle-arm.
In het fase 3-onderzoek met adalimumab werden bij patiënten met Juveniele ziekte van Crohn de werkzaamheid en veiligheid tot 52 weken behandeling beoordeeld van twee op lichaamsgewicht aangepaste onderhoudsdoseringregimes na een op lichaamsgewicht aangepaste inductietherapie. Hierbij kwamen ALAT-verhogingen van ≥ 3 × ULN voor bij 2,6% (5/192) van de patiënten van wie er 4 in de uitgangssituatie gelijktijdig immunosuppressiva toegediend kregen.
In de gecontroleerde fase 3 klinische onderzoeken met adalimumab bij patiënten met plaquepsoriasis waarbij de controleperiode varieerde van 12 tot 24 weken, kwamen ALAT-verhogingen van ≥ 3 × ULN voor bij 1,8% van de patiënten die werden behandeld met adalimumab en bij 1,8% van de patiënten in de controle‑arm.
Er kwamen geen ALAT-verhogingen van ≥ 3 × ULN voor in het fase 3-onderzoek met adalimumab bij pediatrische patiënten met plaquepsoriasis.
In gecontroleerde onderzoeken kregen patiënten met hidradenitis suppurativa adalimumab (toegediend in initiële doses van 160 mg in week 0 en 80 mg in week 2, gevolgd door wekelijkse doses van 40 mg vanaf week 4) waarbij de controleperiode varieerde van 12 tot 16 weken. ALAT-verhogingen van ≥ 3 × ULN kwamen voor bij 0,3% van de patiënten die werden behandeld met adalimumab en bij 0,6% van de patiënten in de controle-arm.
In gecontroleerde onderzoeken kregen volwassen patiënten met uveïtis adalimumab (initiële doses van 80 mg in week 0, gevolgd door 40 mg eenmaal per twee weken vanaf week 1) tot 80 weken met een mediane blootstelling van 166,5 dagen en 105,0 dagen in respectievelijk patiënten die werden behandeld met adalimumab en patiënten in de controle-arm. ALAT-verhogingen van ≥ 3 × ULN kwamen hierbij voor bij 2,4% van de patiënten die werden behandeld met adalimumab en bij 2,4% van de patiënten in de controle-arm.
In het gecontroleerde fase 3-onderzoek van adalimumab bij patiënten met juveniele colitis ulcerosa (N = 93) waarin de werkzaamheid en veiligheid werden beoordeeld van een onderhoudsdosering van 0,6 mg/kg (maximaal 40 mg) eenmaal per twee weken (N = 31) en een onderhoudsdosering van 0,6 mg/kg (maximaal 40 mg) eenmaal per week (N = 32), volgend op een voor lichaamsgewicht gecorrigeerde inductiedosering van 2,4 mg/kg (maximaal 160 mg) in week 0 en week 1 en 1,2 mg/kg (maximaal 80 mg) in week 2 (N = 63), of een inductiedosering van 2,4 mg/kg (maximaal 160 mg) in week 0, placebo in week 1 en 1,2 mg/kg (maximaal 80 mg) in week 2 (N = 30), kwamen ALT-verhogingen van ≥ 3 × ULN voor bij 1,1% (1/93) van de patiënten.
Bij de klinische onderzoeken van alle indicaties waren patiënten met een verhoogd ALAT klachtenvrij en in de meeste gevallen waren de verhogingen voorbijgaand van aard en verdwenen gedurende de voortzetting van de behandeling. Er zijn echter ook postmarketingmeldingen van leverfalen, evenals minder ernstige leveraandoeningen die kunnen voorafgaan aan leverfalen, zoals hepatitis waaronder auto-immuunhepatitis bij patiënten die adalimumab kregen.
Gelijktijdige behandeling met azathioprine/6-mercaptopurine
Tijdens onderzoeken bij volwassenen met de ziekte van Crohn werden hogere incidenties van maligne en ernstige infectiegerelateerde bijwerkingen gezien bij de combinatie van adalimumab en azathioprine/6‑mercaptopurine in vergelijking met alleen adalimumab.
Melding van vermoedelijke bijwerkingen
Het is belangrijk om na toelating van het geneesmiddel vermoedelijke bijwerkingen te melden. Op deze wijze kan de verhouding tussen voordelen en risico’s van het geneesmiddel voortdurend worden gevolgd. Beroepsbeoefenaren in de gezondheidszorg wordt verzocht alle vermoedelijke bijwerkingen te melden via het nationale meldsysteem:
België
Federaal Agentschap voor Geneesmiddelen en Gezondheidsproducten
www.fagg.be
Afdeling Vigilantie:
Website: www.eenbijwerkingmelden.be
e-mail: adr@fagg.be
Luxemburg
Centre Régional de Pharmacovigilance de Nancy of Division de la pharmacie et des médicaments de la Direction de la santé
Website: www.guichet.lu/pharmacovigilance
7. HOUDER VAN DE VERGUNNING VOOR HET IN DE HANDEL BRENGEN
Amgen Europe B.V.
Minervum 7061
4817 ZK Breda
Nederland
8. NUMMER(S) VAN DE VERGUNNING VOOR HET IN DE HANDEL BRENGEN
AMGEVITA 20 mg oplossing voor injectie in een voorgevulde spuit
EU/1/16/1164/010 – 1 voorgevulde spuit
AMGEVITA 40 mg oplossing voor injectie in een voorgevulde spuit
EU/1/16/1164/011 – 1 voorgevulde spuit
EU/1/16/1164/012 – 2 voorgevulde spuiten
EU/1/16/1164/013 – 6 (3 × 2) voorgevulde spuiten (multipack)
AMGEVITA 80 mg oplossing voor injectie in een voorgevulde spuit
EU/1/16/1164/017 – 1 voorgevulde spuit
EU/1/16/1164/018 – 2 voorgevulde spuiten
EU/1/16/1164/019 – 3 (3 × 1) voorgevulde spuiten (multipack)
AMGEVITA 40 mg oplossing voor injectie in een voorgevulde pen
EU/1/16/1164/014 – 1 voorgevulde pen
EU/1/16/1164/015 – 2 voorgevulde pennen
EU/1/16/1164/016 – 6 (3 × 2) voorgevulde pennen (multipack)
AMGEVITA 80 mg oplossing voor injectie in een voorgevulde pen
EU/1/16/1164/020 – 1 voorgevulde pen
EU/1/16/1164/021 – 2 voorgevulde pennen
EU/1/16/1164/022 – 3 (3 × 1) voorgevulde pennen (multipack)
10. DATUM VAN HERZIENING VAN DE TEKST
oktober 2024
Gedetailleerde informatie over dit geneesmiddel is beschikbaar op de website van het Europees Geneesmiddelenbureau http://www.ema.europa.eu.
PRIJZEN
CNK code | Verpakking | ATC5 code | Prijs | Af-fabriek prijs | Voorschriftplichtig | Remgeld reguliere tegemoetkoming | Remgeld verhoogde tegemoetkoming |
---|---|---|---|---|---|---|---|
4828471 | AMGEVITA 20MG OPL INJ 100MG/ML VOORGEVULDE SPUIT 1 | € 121,55 | - | Ja | € 12,5 | € 8,3 | |
4828489 | AMGEVITA 40MG OPL INJ 100MG/ML VOORGEVULDE SPUIT 2 | € 453,7 | - | Ja | € 12,5 | € 8,3 | |
4828497 | AMGEVITA 40MG OPL INJ 100MG/ML VOORGEVULDE SPUIT 6 | € 1360,4 | - | Ja | € 12,5 | € 8,3 | |
4828505 | AMGEVITA 40MG OPL INJ 100MG/ML VOORGEVULDE PEN 2 | € 453,7 | - | Ja | € 12,5 | € 8,3 | |
4828513 | AMGEVITA 40MG OPL INJ 100MG/ML VOORGEVULDE PEN 6 | € 1360,4 | - | Ja | € 12,5 | € 8,3 | |
4828521 | AMGEVITA 80MG OPL INJ 100MG/ML VOORGEVULDE PEN 1 | € 453,7 | - | Ja | € 12,5 | € 8,3 |