1. NAAM VAN HET GENEESMIDDEL
Delstrigo 100 mg/300 mg/245 mg filmomhulde tabletten.
2. KWALITATIEVE EN KWANTITATIEVE SAMENSTELLING
In elke filmomhulde tablet zit 100 mg doravirine, 300 mg lamivudine (3TC) en 245 mg tenofovirdisoproxil als tenofovirdisoproxilfumaraat (TDF).
Hulpstof met bekend effect
In elke filmomhulde tablet zit 8,6 mg lactose (als monohydraat).
Voor de volledige lijst van hulpstoffen, zie rubriek 6.1.
3. FARMACEUTISCHE VORM
Filmomhulde tablet (tablet).
Gele, ovale tablet van 21,59 mm bij 11,30 mm. Aan de ene kant staat het bedrijfslogo en ‘776’, aan de andere kant staat niets.
4. KLINISCHE GEGEVENS
4.1 Therapeutische indicaties
Delstrigo is geïndiceerd voor de behandeling van volwassenen die met humaan immunodeficiëntievirus (hiv-1) geïnfecteerd zijn zonder aanwijzingen uit het verleden of heden voor resistentie tegen de non-nucleoside-reversetranscriptaseremmers (NNRTI)-klasse, lamivudine of tenofovir (zie rubrieken 4.4 en 5.1).
Delstrigo is ook geïndiceerd voor de behandeling van jongeren van 12 jaar en ouder met een gewicht van ten minste 35 kg die zijn geïnfecteerd met hiv-1 zonder aanwijzingen uit het verleden of heden voor resistentie tegen de NNRTI-klasse, lamivudine of tenofovir en die toxiciteiten hebben ondervonden die het gebruik van andere regimes die geen tenofovirdisoproxil bevatten, onmogelijk maken (zie rubrieken 4.4 en 5.1).
4.2 Dosering en wijze van toediening
De behandeling moet alleen worden gestart door een arts die ervaren is in de behandeling van hiv-infecties.
Dosering
De aanbevolen dosering Delstrigo is één 100/300/245 mg tablet eenmaal daags. De tablet moet via de mond worden ingenomen. Het mag zowel met als zonder voedsel worden ingenomen.
Dosisaanpassing
Als Delstrigo tegelijk wordt toegediend met rifabutine, moet de doravirine-dosis worden verhoogd naar twee keer per dag 100 mg. Dit kan door het toevoegen van één tablet van 100 mg doravirine (als monotherapie). Deze moet ongeveer 12 uur na de dosis Delstrigo worden ingenomen (zie rubriek 4.5).
Het tegelijk toedienen van doravirine met andere matige CYP3A-inductoren is niet geëvalueerd, maar verlaagde doravirine-concentraties worden verwacht. Indien het tegelijk toedienen met andere matige CYP3A-inductoren (bv. dabrafenib, lesinurad, bosentan, thioridazine, nafcilline, modafinil, telotristat-ethyl) niet kan worden voorkomen, dan moet één tablet doravirine van 100 mg dagelijks worden ingenomen. De doravirine moet ongeveer 12 uur na de dosis van Delstrigo worden ingenomen (zie rubriek 4.5).
Gemiste dosis
Indien de patiënt een dosis Delstrigo mist binnen de 12 uur dat het middel normaal gesproken moet worden ingenomen, dan moet de patiënt Delstrigo zo spoedig mogelijk innemen. Het normale doseringsschema moet hierna worden hervat. Indien een patiënt een dosis van Delstrigo met meer dan 12 uur mist, dan moet de patiënt de gemiste dosis niet innemen. De eerstvolgende dosis moet op de normale geplande tijd worden ingenomen. De patiënt moet geen 2 doses tegelijkertijd innemen.
Speciale populaties
Ouderen
Er is beperkte informatie beschikbaar over het gebruik van doravirine, lamivudine en tenofovirdisoproxil bij patiënten die 65 jaar en ouder zijn. Er is geen aanwijzing dat oudere patiënten een andere dosering nodig hebben dan jongere volwassen patiënten (zie rubriek 5.2). Aanbevolen wordt extra voorzichtig te zijn met deze leeftijdsgroep vanwege leeftijdsgebonden veranderingen, zoals een vermindering van de nierfunctie (zie rubriek 4.4).
Nierfunctiestoornis
Er is geen dosisaanpassing van Delstrigo nodig bij patiënten met een geschatte creatinineklaring (CrCl) ≥ 50 ml/min.
Start Delstrigo niet bij patiënten met een geschatte CrCl < 50 ml/min (zie rubrieken 4.4 en 5.2). Staak Delstrigo indien de geschatte CrCl tot onder de 50 ml/min daalt (zie rubriek 4.4). Bij patiënten met een matige of ernstige nierfunctiestoornis moet het doseringsinterval van lamivudine en tenofovirdisoproxil worden aangepast. Dit kan niet bereikt worden met de combinatietablet (zie rubrieken 4.4 en 5.2).
Leverfunctiestoornis
Er is geen dosisaanpassing van doravirine/lamivudine/tenofovirdisoproxil nodig bij patiënten met een lichte (Child-Pugh klasse A) of matige (Child-Pugh klasse B) leverfunctiestoornis. Doravirine is niet bestudeerd bij patiënten met een ernstige leverfunctiestoornis (Child-Pugh klasse C). Het is niet bekend of de blootstelling aan doravirine toeneemt bij patiënten met een ernstig leverfunctiestoornis. Wees daarom voorzichtig bij het toedienen van doravirine/lamivudine/tenofovirdisoproxil bij patiënten met een ernstige leverfunctiestoornis (zie rubriek 5.2).
Pediatrische patiënten
De veiligheid en werkzaamheid van Delstrigo bij kinderen jonger dan 12 jaar of die minder dan 35 kg wegen, zijn niet vastgesteld. Er zijn geen gegevens beschikbaar.
Wijze van toediening
Delstrigo moet eenmaal daags oraal worden ingenomen. De tablet kan met of zonder voedsel worden ingenomen. De tablet moet in zijn geheel worden doorgeslikt (zie rubriek 5.2).
4.3 Contra-indicaties
Overgevoeligheid voor de werkzame stoffen of voor een van de in rubriek 6.1 vermelde hulpstoffen.
Gelijktijdige toediening met geneesmiddelen die krachtige enzyminductoren van cytochroom P450 CYP3A zijn, is gecontra-indiceerd. Deze zullen naar verwachting sterke dalingen in plasmaconcentraties van doravirine veroorzaken die de effectiviteit van Delstrigo kunnen verminderen (zie rubrieken 4.4 en 4.5). Deze geneesmiddelen omvatten onder meer het volgende:
- carbamazepine, oxcarbazepine, fenobarbital, fenytoïne
- rifampicine, rifapentine
- sint-janskruid (Hypericum perforatum)
- mitotaan
- enzalutamide
- lumacaftor
4.8 Bijwerkingen
Samenvatting van het veiligheidsprofiel
De meest gemelde bijwerkingen waren misselijkheid (4 %) en hoofdpijn (3 %). Deze zijn gemeld in fase 3-klinische onderzoeken met doravirine plus 2 nucleoside reverse-transcriptaseremmers (NRTI’s).
Tabel met samenvatting van bijwerkingen
De bijwerkingen met doravirine plus 2 NRTI’s in de fase 3 onderzoeken (DRIVE FORWARD, DRIVE SHIFT en DRIVE AHEAD) en postmarketing-ervaring staan hieronder gerangschikt op lichaamssysteem/orgaanklasse en frequentie. Binnen iedere frequentiegroep staan de bijwerkingen op volgorde van afnemende ernst. De frequenties zijn gedefinieerd als: zeer vaak (≥ 1/10), vaak (≥ 1/100, < 1/10), soms (≥ 1/1000, < 1/100), zelden (≥ 1/10.000, < 1/1000), zeer zelden (< 1/10.000) of niet bekend (kan niet worden geschat op basis van de beschikbare gegevens).
Tabel 2: Getabelleerde samenvatting van bijwerkingen in verband met doravirine/lamivudine/tenofovirdisoproxil
Frequentie | Bijwerkingen |
Infecties en parasitaire aandoeningen | |
Zelden | pustuleuze rash |
Bloed- en lymfestelselaandoeningen | |
Soms | neutropenie*, anemie*, trombocytopenie* |
Zeer zelden | erytroblastopenie* |
Voedings- en stofwisselingsstoornissen | |
Soms | hypofosfatemie, hypokaliëmie* |
Zelden | hypomagnesiëmie, lactaatacidose* |
Psychische stoornissen | |
Vaak | abnormale dromen, insomnia1 |
Soms | nachtmerrie, depressie2, angst3, prikkelbaarheid, verwarde toestand, zelfmoordgedachte |
Zelden | agressie, hallucinatie, aanpassingsstoornis, veranderde stemming, somnambulisme |
Zenuwstelselaandoeningen | |
Vaak | hoofdpijn, duizeligheid, somnolentie |
Soms | aandachtsstoornis, geheugenverlies, paresthesie, hypertonie, slaap van slechte kwaliteit |
Zeer zelden | perifere neuropathie (of paresthesie)* |
Bloedvataandoeningen | |
Soms | hypertensie |
Ademhalingsstelsel-, borstkas- en mediastinumaandoeningen | |
Vaak | hoesten*, nasale symptomen* |
Zelden | dyspneu, tonsillaire hypertrofie |
Maag-darmstelselaandoeningen | |
Vaak | nausea, diarree, abdominale pijn4, braken, flatulentie |
Soms | obstipatie, abdominaal ongemak5, abdominale distensie, dyspepsie, zachte ontlasting6, maag-darmstelselmotiliteitsaandoening7, pancreatitis* |
Zelden | rectale tenesmus |
Lever- en galaandoeningen | |
Zelden | hepatische steatose*, hepatitis* |
Huid- en onderhuidaandoeningen | |
Vaak | alopecia*, rash8 |
Soms | pruritus |
Zelden | dermatitis allergisch, rosacea, angio-oedeem* |
Niet bekend | toxische epidermale necrolyse |
Skeletspierstelsel- en bindweefselaandoeningen | |
Vaak | spieraandoeningen* |
Soms | myalgie, artralgie, rabdomyolyse*†, spierzwakte*† |
Zelden | skeletspierstelselpijn, osteomalacie (gemanifesteerd als botpijn en soms bijdragend aan fracturen)*, myopathie* |
Nier- en urinewegaandoeningen | |
Soms | verhoogde creatinine*, proximale niertubulopathie (waaronder het syndroom van Fanconi)* |
Zelden | acuut nierletsel, nieraandoening, urinewegsteen, nefrolithiase, acuut nierfalen*, nierfalen*, acute tubulaire necrose*, nefritis (waaronder acuut interstitieel)*, nefrogene diabetes insipidus* |
Algemene aandoeningen en toedieningsplaatsstoornissen | |
Vaak | vermoeidheid, koorts* |
Soms | asthenie, malaise |
Zelden | pijn op de borst, koude rillingen, pijn, dorst |
Onderzoeken | |
Vaak | alanineaminotransferase verhoogd9 |
Soms | aspartaataminotransferase verhoogd, lipase verhoogd, amylase verhoogd, hemoglobine verlaagd |
Zelden | bloedcreatinekinase verhoogd |
* Deze bijwerking werd niet geïdentificeerd als bijwerking van doravirine in de fase 3-klinische onderzoeken (DRIVE-FORWARD, DRIVE-AHEAD, DRIVE-SHIFT), maar staat vermeld als bijwerking in deze tabel op basis van de Samenvatting van productkenmerken van 3TC en/of TDF. De hoogste frequentiecategorie in de Samenvatting van productkenmerken van 3TC en/of TDF is toegepast.
† Deze bijwerking kan voorkomen als gevolg van proximale niertubulopathie. Er wordt geen oorzakelijk verband gezien met tenofovirdisoproxil in de afwezigheid van deze aandoening.
1 insomnia omvat: insomnia, initiële insomnia en slaapstoornis.
2 depressie omvat: depressie, zwaarmoedige stemming, depressieve stoornis en persisterende depressieve stoornis.
3. angst omvat: angst en gegeneraliseerde angststoornis.
4 abdominale pijn omvat: abdominale pijn en bovenbuikpijn.
5. abdominaal ongemak omvat: abdominaal ongemak en epigastrisch ongemak.
6. zachte ontlasting omvat: zachte ontlasting en afwijkende ontlasting.
7 maag-darmstelselmotiliteitsaandoening omvat: maag-darmstelselmotiliteitsaandoening en frequente stoelgang.
8 rash omvat: rash, vlekkerige rash, erythemateuze rash, gegeneraliseerde rash, maculopapuleuze rash, papuleuze rash en urticaria.
9 alanineaminotransferase verhoogd omvat: alanineaminotransferase verhoogd en hepatocellulair letsel.
Beschrijving van de geselecteerde bijwerkingen
Immuunreactiveringssyndroom
Bij met hiv geïnfecteerde patiënten die op het moment dat met CART wordt gestart een ernstige immuundeficiëntie hebben, kan zich een ontstekingsreactie op asymptomatische of nog aanwezige opportunistische pathogenen voordoen. Auto-immuunziekten (zoals de ziekte van Graves en auto-immuunhepatitis) zijn ook gemeld; de gerapporteerde tijd tot het begin van de ziekte is echter variabeler en deze bijwerkingen kunnen vele maanden na het begin van de behandeling optreden (zie rubriek 4.4).
Melkzuuracidose
Er zijn gevallen van melkzuuracidose gemeld met tenofovirdisoproxil als monotherapie of in combinatie met andere antiretrovirale middelen. Vatbare patiënten zoals patiënten met gedecompenseerde leverziekte, of patiënten die gelijktijdig geneesmiddelen krijgen waarvan bekend is dat deze melkzuuracidose induceren, lopen een verhoogd risico op ernstige melkzuuracidose tijdens behandeling met tenofovirdisoproxil, met inbegrip van fatale afloop.
Ernstige huidreacties (SCAR's)
Ernstige huidreacties (SCAR's), zoals toxische epidermale necrolyse (TEN), zijn gemeld in verband met doravirine-bevattende behandelingen (zie rubriek 4.4).
Pediatrische populatie
De veiligheid van doravirine/lamivudine/tenofovirdisoproxil is beoordeeld bij 45 pediatrische patiënten tot en met week 48 in een open-label onderzoek (IMPAACT 2014 (Protocol 027)). De met hiv-1 geïnfecteerde patiënten waren virologisch onderdrukt of niet eerder behandeld en waren 12 tot < 18 jaar. Het veiligheidsprofiel bij pediatrische proefpersonen was vergelijkbaar met dat voor volwassenen.
Melding van vermoedelijke bijwerkingen
Het is belangrijk om na toelating van het geneesmiddel vermoedelijke bijwerkingen te melden. Op deze wijze kan de verhouding tussen voordelen en risico’s van het geneesmiddel voortdurend worden gevolgd. Beroepsbeoefenaren in de gezondheidszorg wordt verzocht alle vermoedelijke bijwerkingen te melden via het nationale meldsysteem: voor België: Federaal Agentschap voor Geneesmiddelen en Gezondheidsproducten, www.fagg.be - Afdeling Vigilantie: Website: www.eenbijwerkingmelden.be, e-mail: adr@fagg-afmps.be.
7. HOUDER VAN DE VERGUNNING VOOR HET IN DE HANDEL BRENGEN
Merck Sharp & Dohme B.V.
Waarderweg 39
2031 BN Haarlem
Nederland
8. NUMMER(S) VAN DE VERGUNNING VOOR HET IN DE HANDEL BRENGEN
EU/1/18/1333/001
EU/1/18/1333/002
10. DATUM VAN HERZIENING VAN DE TEKST
09/2024
Gedetailleerde informatie over dit geneesmiddel is beschikbaar op de website van het Europees Geneesmiddelenbureau https://www.ema.europa.eu
PRIJZEN
CNK code | Verpakking | ATC5 code | Prijs | Af-fabriek prijs | Voorschriftplichtig | Remgeld reguliere tegemoetkoming | Remgeld verhoogde tegemoetkoming |
---|---|---|---|---|---|---|---|
3903317 | DELSTRIGO 100MG/300MG/245MG FILMOMH TABL 30 | J05AR24 | € 507,97 | - | Ja | - | - |