SAMENVATTING VAN DE PRODUCTKENMERKEN
1. NAAM VAN HET GENEESMIDDEL
Alutard SQ Wasp 100 000 SQ-U/ml, suspensie voor injectie
Alutard SQ Wasp Starter Pack 100 + 1000 + 10 000 + 100 000 SQ-U/ml, suspensie voor injectie
2. KWALITATIEVE EN KWANTITATIEVE SAMENSTELLING
Alutard SQ Wasp bevat allergenen van wespengif (Vespula spp.) geabsorbeerd aan aluminiumhydroxide, gehydrateerd. De wespengifmix bevat de volgende species: Vespula germanica, Vespula alascensis, Vespula maculifrons, Vespula flavopilosa, Vespula pensylvanica en Vespula Squamosa.
De biologische activiteit van Alutard SQ Wasp is gerelateerd aan de concentratie van het allergeen en is gegeven in SQ-U/ml. De injectieflacons onderscheiden zich door verschillend gekleurde flaconnummers.
Tabel 1: Flacon nummer en concentratie
Flacon nr. | Concentratie (SQ-U/ml) | Hoeveelheid aluminium in hulpstof (mg/ml) |
1 (Grijs) | 100 | 0,00113 |
2 (Groen) | 1000 | 0,0113 |
3 (Oranje) | 10 000 | 0,113 |
4 (Rood) | 100 000 | 1,13 |
Voor de volledige lijst van hulpstoffen, zie rubriek 6.1.
3. FARMACEUTISCHE VORM
Suspensie voor injectie.
Heldere vloeistof met of zonder neerslag. De neerslag kan wit tot vaag bruin of groen zijn.
4. KLINISCHE GEGEVENS
4.1 Therapeutische indicaties
Allergie-immunotherapie voor patiënten met een gedocumenteerde voorgeschiedenis van gegeneraliseerde en/of systemische IgE-gemedieerde allergische reacties vanwege sensibilisatie voor wespengif (Vespula spp.), bevestigd door een huidpriktest en/of intradermale test en/of specifieke IgE test.
4.2 Dosering en wijze van toediening
Behandeling met Alutard SQ Wasp dient plaats te vinden onder toezicht van een arts met ervaring in specifieke immunotherapie. Na elke injectie dient de patiënt ten minste 30 minuten onder observatie te blijven.
Dosering
De behandeling bestaat uit twee fases: een instelfase en een onderhoudsfase. Het doel is de dosis geleidelijk te verhogen totdat de hoogste onderhoudsdosis die wordt verdragen, is bereikt. De hoogste aanbevolen onderhoudsdosis is 1 ml van 100.000 SQ-U/ml (flacon 4). De dosering van Alutard SQ Wasp dient altijd te worden aangepast op basis van de allergie-anamnese en de sensibiliteit van de patiënt voor het specifieke allergeen (zie 4.4).
Instelfase:
Aanbevelingen voor het opdoseren worden gegeven in tabel 2, 3 en 4. De aanbevelingen in de tabellen moeten als richtlijn worden beschouwd. De patiënt dient te worden geïnformeerd dat er lokale en algemene reacties kunnen optreden tijdens de instelfase (zie rubriek 4.8). De keuze van het instelschema hangt af van de sensibiliteit van de patiënt, aangezien het risico op het ontwikkelen van allergische reacties wordt verkleind wanneer de dosis langzaam wordt verhoogd.
Tabel 2: Periode van 7 weken waarin de dosis wordt verhoogd (cluster) wordt aanbevolen in gevallen waarbij snellere bescherming nodig is.
Flacon | Concentratie | Week | Injectie | Volume | Doses |
1 | 100 | 1 | 1 | 0,1 | 10 |
2 | 1 000 |
| 2 | 0,1 | 100 |
3 | 10 000 |
| 3 | 0,1 | 1 000 |
| 10 000 | 2 | 4 | 0,2 | 2 000 |
| 10 000 |
| 5 | 0,2 | 2 000 |
| 10 000 | 3 | 6 | 0,5 | 5 000 |
| 10 000 |
| 7 | 0,5 | 5 000 |
4 | 100 000 | 4 | 8 | 0,2 | 20 000 |
| 100 000 | 5 | 9 | 0,4 | 40 000 |
| 100 000 | 6 | 10 | 0,6 | 60 000 |
| 100 000 | 7 | 11 | 1,0 | 100 000 |
Tabel 3: Periode van 15 weken waarin de dosis wordt verhoogd (conventioneel), die geschikt is voor de meeste patiënten.
Flacon | Concentratie | Week | Injectie | Volume | Doses |
1 | 100 | 1 | 1 | 0,2 | 20 |
| 100 | 2 | 2 | 0,4 | 40 |
| 100 | 3 | 3 | 0,8 | 80 |
2 | 1 000 | 4 | 4 | 0,2 | 200 |
| 1 000 | 5 | 5 | 0,4 | 400 |
| 1 000 | 6 | 6 | 0,8 | 800 |
3 | 10 000 | 7 | 7 | 0,2 | 2 000 |
| 10 000 | 8 | 8 | 0,4 | 4 000 |
| 10 000 | 9 | 9 | 0,8 | 8 000 |
4 | 100 000 | 10 | 10 | 0,1 | 10 000 |
| 100 000 | 11 | 11 | 0,2 | 20 000 |
| 100 000 | 12 | 12 | 0,4 | 40 000 |
| 100 000 | 13 | 13 | 0,6 | 60 000 |
| 100 000 | 14 | 14 | 0,8 | 80 000 |
| 100 000 | 15 | 15 | 1,0 | 100 000 |
Tabel 4: Periode van 25 weken waarin de dosis wordt verhoogd (verlengd conventioneel). Aanbevolen voor gevoelige patiënten.
Flacon | Concentratie | Week | Injectie | Volume | Doses |
1 | 100 | 1 | 1 | 0,2 | 20 |
| 100 | 2 | 2 | 0,4 | 40 |
| 100 | 3 | 3 | 0,8 | 80 |
2 | 1 000 | 4 | 4 | 0,2 | 200 |
| 1 000 | 5 | 5 | 0,4 | 400 |
| 1 000 | 6 | 6 | 0,8 | 800 |
3 | 10 000 | 7 | 7 | 0,1 | 1 000 |
| 10 000 | 8 | 8 | 0,2 | 2 000 |
| 10 000 | 9 | 9 | 0,3 | 3 000 |
| 10 000 | 10 | 10 | 0,4 | 4 000 |
| 10 000 | 11 | 11 | 0,5 | 5 000 |
| 10 000 | 12 | 12 | 0,6 | 6 000 |
| 10 000 | 13 | 13 | 0,7 | 7 000 |
| 10 000 | 14 | 14 | 0,8 | 8 000 |
| 10 000 | 15 | 15 | 0,9 | 9 000 |
4 | 100 000 | 16 | 16 | 0,1 | 10 000 |
| 100 000 | 17 | 17 | 0,2 | 20 000 |
| 100 000 | 18 | 18 | 0,3 | 30 000 |
| 100 000 | 19 | 19 | 0,4 | 40 000 |
| 100 000 | 20 | 20 | 0,5 | 50 000 |
| 100 000 | 21 | 21 | 0,6 | 60 000 |
| 100 000 | 22 | 22 | 0,7 | 70 000 |
| 100 000 | 23 | 23 | 0,8 | 80 000 |
| 100 000 | 24 | 24 | 0,9 | 90 000 |
| 100 000 | 25 | 25 | 1,0 | 100 000 |
Onderhoudsfase:
Wanneer de onderhoudsdosis is bereikt, volgen de injecties geleidelijk steeds minder snel op elkaar. De periode tussen twee injecties wordt verlengd van 1 naar 2, 4 en 6 naar 8 weken. Daarna worden de injecties elke 6 tot 8 weken gegeven. De onderhoudsbehandeling wordt 3-5 jaar lang gegeven.
Als de patiënt tijdens de instelfase ernstige allergische reacties krijgt, is het mogelijk dat de hoogste aanbevolen dosis van 100.000 SQ-U niet wordt bereikt. Een lagere dosis dient in dat geval te worden overwogen als maximale verdraagbare dosis voor de patiënt. Dit wordt dan de onderhoudsdosis.
Alutard SQ Wasp is niet uitwisselbaar met andere gifimmunotherapie producten, maar er mag, indien beschikbaar op de markt, Aquagen SQ Vespula spp of Pharmalgen Vespula spp (fabrikant ALK) worden gebruikt in de instelfase voordat wordt overgeschakeld naar Alutard SQ Wasp voor de onderhoudsfase.
Overschreden tijdsduur tussen twee bezoeken
Indien de aanbevolen tijdsduur tussen bezoeken is overschreden, vindt de volgende injectie plaats op basis van de onderstaande aanbeveling:
Tabel 5: Overschreden tijdsduur tussen twee bezoeken tijdens de instelfase
Weken tussen bezoeken | Dosering |
Tot 2 weken | Zet de dosisverhoging voort volgens tabel 2, 3 of 4. |
2-3 weken | Herhaal vorige dosis |
3-4 weken | Verlaag tot 50% van de vorige dosis |
4 weken of meer | Herstart de dosisverhoging volgens tabel 2, 3 of 4. |
Tabel 6: Overschreden tijdsduur tussen twee bezoeken tijdens de onderhoudsfase
Weken tussen bezoeken | Dosering |
Tot 8 weken | Zet de onderhoudsdosis voort |
8-10 weken | Verlaag tot 75 % van de vorige dosis |
10-12 weken | Verlaag tot 50% van de vorige dosis |
12-14 weken | Verlaag tot 25 % van de vorige dosis |
14-16 weken | Verlaag tot 10 % van de vorige dosis |
16 weken of meer | Herstart de dosisverhoging volgens tabel 2, 3 of 4. |
In geval van een dosisverlaging in de onderhoudsfase, dient de patiënt na de injectie onder zorgvuldige observatie te blijven. Verhoog de dosis daarna volgens de aanbevelingen in tabel 2, 3 of 4 totdat de maximale onderhoudsdosis is bereikt.
Gelijktijdige behandeling met meer dan één allergeen
Als er een behandeling wordt gegeven met meer dan één allergeen tegelijk, dienen de injecties op verschillende plaatsen van de arm te worden toegediend. Om mogelijke allergische reacties te beoordelen als gevolg van het specifieke allergeen, wordt aanbevolen de injecties 30 minuten na elkaar te geven.
Dosisverlaging in geval van allergische reacties
Dosisverlaging in geval van lokale reacties
Als er een reactie op de injectieplaats optreedt die gedurende meer dan 6 uur na de injectie aanhoudt, wordt de volgende dosisverlaging aanbevolen, afhankelijk van de grootte van de zwelling:
Tabel 7: Aanbevolen dosisverlaging in geval van lokale bijwerkingen
Maximale diameter van de zwelling | Aanbevolen dosisverlaging | |
Kinderen | Volwassenen |
|
< 5 cm | < 8 cm | Zet de dosisverhoging voort volgens het schema (tabel 2, 3 of 4) |
5-7 cm | 8-12 cm | Herhaal de dosis die als laatste is toegediend |
7-12 cm | 12-20 cm | Verlaag de dosis tot de dosis die de voorlaatste keer is toegediend |
12-17 cm | >20 cm | Verlaag de dosis tot de dosis die de op twee na laatste keer is toegediend |
>17 cm | - | Verlaag de dosis tot de dosis die de op drie na laatste keer is toegediend |
Dosisverlaging in geval van systemische reacties
Als er een ernstige systemische reactie (zie rubriek 4.8) optreedt na de injectie, dient de behandeling uitsluitend te worden voortgezet na zorgvuldige overweging. Als de behandeling wordt voortgezet, dient de volgende dosis te worden verlaagd tot 10% van de dosis die de reactie veroorzaakte.
De gekozen verlaagde dosis kan over twee injecties worden verdeeld die 30 minuten na elkaar worden toegediend. De patiënt dient na de injecties onder observatie te blijven. Verhoog de dosis daarna volgens de aanbevelingen in tabel 2, 3 of 4 totdat de maximale verdraagbare dosis of 100.000 SQ-U is bereikt.
Ouderen
Bij ouderen is geen aanvullende dosisaanpassing noodzakelijk.
Pediatrische populatie
Bij kinderen is geen aanvullende dosisaanpassing noodzakelijk. Zie rubriek 4.4.
Wijze van toediening
Na elke injectie dient de patiënt ten minste 30 minuten onder observatie te blijven. Op de dag van de injectie dient de patiënt lichamelijke inspanning, een heet bad en alcohol te vermijden, want deze cofactoren kunnen een anafylactische reactie mogelijk versterken.
Alutard SQ Wasp wordt subcutaan toegediend. De flacons moeten vóór gebruik 10 - 20 keer langzaam ondersteboven worden gedraaid. Zie rubriek 6.6 voor instructies over het hanteren van Alutard SQ Wasp voorafgaand aan toediening.
De injectie wordt lateraal in het distale deel van de bovenarm gegeven of dorsaal in het proximale deel van de onderarm.
Vermijd intramusculaire injectie door middel van zorgvuldige aspiratie vóór toediening van de injectie. Aspiratie dient te worden herhaald voor elke 0,2 ml tijdens de injectie, en de injectie dient langzaam te worden toegediend. Tijdens het gebruik van Alutard SQ Wasp dient een noodbehandelingsset beschikbaar te zijn voor gebruik in geval van een anafylactische reactie. Zie rubriek 4.4 voor waarschuwingen voorzorgsmaatregelen in verband met de behandeling.
Voorzorgsmaatregelen in verband met toedieningen
De injectie dient te worden uitgesteld:
- Als de patiënt koorts heeft of andere klinische tekenen vertoont van een chronische of acute infectie.
- Als de patiënt atopische dermatitis heeft die is verergerd.
- Als de patiënt een allergische reactie heeft gehad in de 3-4 dagen voorafgaand aan de injectie.
- Als er andere vaccinaties zijn gegeven, wacht dan ten minste een week voordat de behandeling met Alutard SQ wordt voortgezet. Andere vaccinaties dienen niet eerder dan een week na de injectie met Alutard SQ te worden gegeven.
Voorafgaand aan de injectie:
- Voer een dubbele controle uit van het allergeen, de concentratie, het volume en de datum van de vorige injectie (doseringsinterval) voorafgaand aan elke injectie.
- Alutard SQ Wasp is bedoeld voor subcutane injectie. Intraveneuze toediening dient te worden vermeden vanwege een verhoogd risico op allergische reacties.
- Allergische reacties (zowel lokaal als systemisch), die tijdens de vorige injecties zijn opgetreden, dienen te worden geregistreerd en de dosis dient op basis hiervan te worden beoordeeld.
- Een voorbehandeling met H1-antihistaminica dient te worden overwogen in de instelfase voor patiënten die uitgebreide lokale reacties of systemische allergische reacties ervaren.
- De gezondheidstoestand van de patiënt en de allergiestatus dienen te worden beoordeeld, evenals eventuele wijzigingen in andere medicatie sinds de laatst toegediende injectie (zie rubriek 4.4 en 4.5).
- De astmastatus, bij patiënten met een medische voorgeschiedenis van astma, dient voorafgaand aan de injectie te worden beoordeeld (zie rubriek 4.4).
Na de injectie:
- De patiënt dient het advies te krijgen onmiddellijk een arts te raadplegen of de spoedeisende hulp in geval van ernstige verlate systemische reacties.
- De patiënt dient het advies te krijgen alert te zijn op lokale of systemische reacties die daarna kunnen optreden, en de behandelend arts hierover in te lichten bij het volgende bezoek.
- Alle allergische reacties (zowel lokale als systemische) dienen te worden geregistreerd voordat de patiënt het ziekenhuis verlaat.
4.3 Contra-indicaties
- Overgevoeligheid voor één van de hulpstoffen vermeld in rubriek 6.1.
- Patiënten met een actieve of slecht onder controle zijnde systemische auto-immuunziekte en immunodeficiëntie.
- Patiënten met een aandoening of ziekte waarbij een opgewekte anafylactische reactie een onacceptabel risico zou betekenen, zoals een ernstige hart- en vaatziekte.
- Astmapatiënten die het risico lopen op verergering en/of bij wie symptomen onvoldoende onder controle worden gehouden, d.w.z.:
verergeren van de symptomen in de afgelopen vier weken (bijv. toename van symptomen overdag, ’s nachts wakker worden, toegenomen behoefte aan medicatie, beperking van activiteiten).
4.8 Bijwerkingen
Samenvatting van het veiligheidsprofiel
Over het algemeen ontstaan reacties in verband met een behandeling met Alutard SQ Wasp vanwege een immunologische reactie (plaatselijk en/of systemisch) op wespengif.
Symptomen van een onmiddellijke reactie treden op binnen de eerste 30 minuten na de injectie. Symptomen van een vertraagde reactie treden op binnen de eerste 24 uur na de injectie.
Vaak gerapporteerde bijwerkingen bij patiënten die worden behandeld met Alutard SQ Wasp zijn lokale reacties op de injectieplaats.
De ernstigste bijwerking die kan optreden bij patiënten die worden behandeld met Alutard SQ Wasp is een anafylactische shock. Aangezien dit een levensbedreigende aandoening is, is onmiddellijke behandeling vereist.
Lijst van bijwerkingen in tabelvorm
Gegevens uit klinische onderzoeken naar Alutard SQ Wasp zijn beperkt. De tabel is daarom gebaseerd op bijwerkingen van het middel die spontaan zijn gemeld na het op de markt brengen. De frequentie is onbekend (kan niet worden vastgesteld op basis van de beschikbare gegevens).
.
Systeem Orgaan Klasse | Bijwerkingen | Frequentie |
Immuunsysteemaandoeningen | Systemische allergische reactie, waaronder anafylactische shock | Onbekend |
Zenuwstelselaandoeningen | Hoofdpijn, duizeligheid, paraesthesia | Onbekend |
Oogaandoeningen | Ooglid oedeem, pruritus van het oog | Onbekend |
Evenwichtsorgaan- en ooraandoeningen | Duizeligheid | Onbekend |
Hartaandoeningen | Tachycardie, hartkloppingen | Onbekend |
Bloedvataandoeningen | Hypotensie, bleekheid, blozen | Onbekend |
Ademhalingsstelsel-, borstkas- en mediastinumaandoeningen | Benauwd gevoel in de keel, piepende ademhaling, hoesten, dyspneu, astma, irritatie van de keel | Onbekend |
Maagdarmstelselaandoeningen | Dysfagie, diarree, braken, misselijkheid, buikpijn | Onbekend |
Huid- en onderhuidaandoeningen | Urticaria, pruritus, huiduitslag, erytheem, angio-oedeem, gezwollen gezicht | Onbekend |
Skeletspierstelsel- en bindweefselaandoeningen | Arthralgie, gezwollen gewrichten | Onbekend |
Algemene aandoeningen en toedieningsplaatsstoornissen | Zwelling op de injectieplaats, urticaria op de injectieplaats, verkleuring op de injectieplaats, nodus op de injectieplaats, pijn op de injectieplaats, granuloom op de injectieplaats, hematoom op de injectieplaats, erytheem op de injectieplaats, pruritus op de injectieplaats, injectieplaatshypertrichose, het warm hebben, gevoel van een vreemd lichaam, perifere zwelling, onprettig gevoel op de borst, vermoeidheid, malaise | Onbekend |
Lokale reacties
Literatuur meldingen van lokale reacties geassocieerd met het gebruik van Alutard SQ Wasp en/of Alutard SQ Bee varieerde van 6% tot 79% in de instelfase en van 0% tot 47% in de onderhoudsfase.
Lokale reacties kunnen worden behandeld met symptomatische medicatie, zoals antihistaminica.
- Reacties op de injectieplaats bestaan uit één of meerdere van de volgende symptomen: diffuse zwelling, roodheid, pijn, jeuk en urticaria op de injectieplaats. Deze symptomen treden meestal op binnen 30 minuten en kunnen ook na 6 uur aanhouden. Gegeneraliseerde pruritus kan ook optreden.
- Subcutane nodules op de injectieplaats zijn waargenomen na herhaalde injecties.
De aluminiuminhoud kan bijdragen aan het optreden van lokale bijwerkingen, waaronder een positieve huidpriktest voor aluminium.
Systemische allergische reacties
Er kunnen milde tot matige allergische reacties optreden die effectief kunnen worden behandeld met symptomatische medicatie, zoals antihistaminica. In de literatuur gerapporteerde systemische reacties in verband met het gebruik van Alutard SQ Bee en/of Alutard SQ Wasp varieerde van 0% tot 25% in de instelfase en van 0% tot 16% in de onderhoudsfase.
Symptomen die gerelateerd kunnen zijn aan een systemische allergische reactie zijn onder andere urticaria, angio-oedeem, dyspneu, hoesten, bronchospasme, rhinitis, piepende ademhaling, benauwd gevoel op de borst, astma, tachycardie en hypotensie. Overige symptomen van een systemische allergische reactie kunnen vermoeidheid, algemeen ongemak, hoofdpijn, buikpijn, braken, diarree, flushing, huiduitslag, pruritus, conjunctivitis of niezen zijn.
Een ernstige systemische allergische reactie is een mogelijk levensbedreigende reactie die meestal enkele minuten nadat de patiënt is blootgesteld aan het allergeen optreedt. Een ernstige systemische allergische reactie dient onmiddellijk te worden behandeld met bijvoorbeeld adrenaline en/of een andere anafylactische behandeling.
In geval van lokale reacties over een groot oppervlak en systemische reacties, dient de verdere behandeling te worden beoordeeld (zie rubriek 4.2 en rubriek 4.4).
Atopische dermatitis
Atopische dermatitis kan verergeren tijdens de behandeling.
Pediatrische populatie
Er zijn beperkte gegevens beschikbaar van klinische onderzoeken naar bijwerkingen bij kinderen. Beschikbare veiligheidsgegevens wijzen niet op aanvullende risico’s in verband met het gebruik van Alutard SQ in een pediatrische populatie.
Overige speciale populaties
Er zijn geen gegevens beschikbaar van klinische onderzoeken naar bijwerkingen in andere populaties.
Melding van vermoedelijke bijwerkingen
Het is belangrijk om na toelating van het geneesmiddel vermoedelijke bijwerkingen te melden. Op deze wijze kan de verhouding tussen voordelen en risico’s van het geneesmiddel voortdurend worden gevolgd. Beroepsbeoefenaren in de gezondheidszorg wordt verzocht alle vermoedelijke bijwerkingen te melden via Federaal agentschap voor geneesmiddelen en gezondheidsproducten.
Afdeling Vigilantie
Galileelaan 5/03 | Postbus 97 |
Website: www.eenbijwerkingmelden.be
e-mail: adr@fagg.be
7. HOUDER VAN DE VERGUNNING VOOR HET IN DE HANDEL BRENGEN
ALK-Abelló A/S
Bøge Allé 6 - 8
DK-2970 Hørsholm
Denemarken
8. NUMMER(S) VAN DE VERGUNNING VOOR HET IN DE HANDEL BRENGEN
BE522240 Alutard SQ Wasp 100 000 SQ-U/ml
BE522257 Alutard SQ Wasp Starter Pack 100 + 1000 +10 000 + 100 000 SQ-U/ml
10. DATUM VAN HERZIENING VAN DE TEKST
Datum van goedkeuring: 12/2021
PRIJZEN
CNK code | Verpakking | ATC5 code | Prijs | Af-fabriek prijs | Voorschriftplichtig | Remgeld reguliere tegemoetkoming | Remgeld verhoogde tegemoetkoming |
---|---|---|---|---|---|---|---|
4166757 | ALUTARD SQ WASP SUSP INJ ONDERHOUD 1X5ML | V01AA07 | € 545,85 | - | Ja | € 12,5 | € 8,3 |
4166765 | ALUTARD SQ WASP SUSP INJ INSTEL. 4X5ML | V01AA07 | € 545,85 | - | Ja | € 12,5 | € 8,3 |