SAMENVATTING VAN DE PRODUCTKENMERKEN
1. NAAM VAN HET GENEESMIDDEL
Inuvair 100/6 microgram / dosis, aërosol, oplossing.
2. KWALITATIEVE EN KWANTITATIEVE SAMENSTELLING
Elke afgepaste dosis (vanaf de doseerklep) bevat:
100 microgram beclometasondipropionaat en 6 microgram formoterolfumaraatdihydraat. Dit is equivalent aan een vrijkomende dosis (vanaf het aandrijfdeel) van 84,6 microgram beclometasondipropionaat en 5,0 microgram formoterolfumaraatdihydraat.
Voor de volledige lijst van hulpstoffen, zie rubriek 6.1.
3. FARMACEUTISCHE VORM
Aërosol, oplossing.
Kleurloze tot geelachtige oplossing.
4. KLINISCHE GEGEVENS
4.1 Therapeutische indicaties
Astma
Inuvair is geïndiceerd voor de reguliere behandeling van astma bij patiënten die in aanmerking komen voor een combinatieproduct (inhalatiecorticosteroïde en langwerkende bèta-2-agonist):
- patiënten die niet goed onder controle zijn met inhalatiecorticosteroïden en ‘zo nodig’ een snelwerkende inhalatie-bèta-2-agonist, of
- patiënten die reeds goed onder controle zijn met zowel inhalatiecorticosteroïden als langwerkende bèta-2-agonisten.
COPD
Symptomatische behandeling van patiënten met ernstig COPD (FEV1 <50% van de voorspelde normale waarde) en een voorgeschiedenis van herhaalde exacerbaties, die significante symptomen vertonen ondanks een standaardbehandeling met langwerkende bronchodilatatoren.
4.2 Dosering en wijze van toediening
Inuvair is bestemd voor gebruik per inhalatie.
Dosering
ASTMA
Inuvair is niet bedoeld voor de initiële behandeling van astma. De dosering van de componenten van Inuvair is individueel en dient op de ernst van de ziekte te worden afgestemd. Hiermee dient niet alleen bij de start van een behandeling met een combinatieproduct rekening te worden gehouden, maar ook wanneer de dosis wordt bijgesteld. Indien een individuele patiënt een combinatie van doses nodig heeft die anders is dan de doses die in de combinatie-inhalator beschikbaar zijn, dienen adequate doses bèta-2-agonisten en/of corticosteroïden via individuele inhalatoren te worden voorgeschreven.
Het beclometasondipropionaat dat in Inuvair zit, wordt gekenmerkt door een extrafijne deeltjesgrootteverdeling, wat tot een sterker effect leidt dan bij formuleringen van beclometasondipropionaat met een niet-extrafijne deeltjesgrootteverdeling (100 microgram beclometasondipropionaat extrafijn in Inuvair komt overeen met 250 microgram beclometasondipropionaat in een niet-extrafijne formulering). De totale dagelijkse dosis beclometasondipropionaat toegediend door middel van Inuvair behoort daarom lager te zijn dan de totale dagelijkse dosis beclometasondipropionaat toegediend door middel van een niet-extrafijne beclometasondipropionaat-formulering. Hiermee moet rekening worden gehouden wanneer een patiënt overschakelt van een niet-extrafijne beclometasondipropionaat-formulering op Inuvair. De dosis beclometasondipropionaat moet lager zijn en aan de individuele behoefte van de patiënt worden aangepast.
Er zijn twee behandelingsmogelijkheden:
A. Onderhoudsbehandeling: Inuvair wordt gebruikt voor regelmatige onderhoudsbehandeling met een aparte snelwerkende bronchodilator als noodmedicatie.
B. Onderhouds- en symptoombehandeling: Inuvair wordt gebruikt voor regelmatige onderhoudsbehandeling en wanneer nodig in geval van astma symptomen.
A. Onderhoudsbehandeling
Patiënten moeten aangeraden worden om hun aparte snelwerkende bronchodilator steeds als noodmedicatie bij zich te hebben.
Dosisaanbevelingen voor volwassenen van 18 jaar en ouder:
Tweemaal daags één of twee inhalaties.
De maximale dagelijkse dosis is 4 inhalaties.
B. Onderhouds- en symptoombehandeling
Patiënten nemen hun dagelijkse onderhoudsdosis van Inuvair en nemen daarnaast Inuvair indien nodig in geval van astma symptomen. Patiënten moeten aangeraden worden om Inuvair steeds als noodmedicatie bij zich te hebben.
Inuvair onderhouds- en symptoombehandeling zou in het bijzonder moeten overwogen worden bij patiënten met:
- Onvoldoende astmacontrole en met behoefte aan noodmedicatie.
- Astma-exacerbaties in het verleden met nood aan medische interventie.
Bij patiënten die regelmatig een hoog aantal bijkomende inhalaties van Inuvair gebruiken wanneer nodig, is een strikte opvolging nodig voor dosis-gerelateerde bijwerkingen.
Dosisaanbevelingen voor volwassenen van 18 jaar en ouder:
De aanbevolen onderhoudsdosis bedraagt tweemaal daags één inhalatie (één inhalatie ’s morgens en één inhalatie ’s avonds).
Patiënten moeten één bijkomende inhalatie nemen indien nodig in geval van symptomen. Indien de symptomen aanhouden na enkele minuten, moet een bijkomende inhalatie toegediend worden.
De maximale dagelijkse dosis is 8 inhalaties.
Patiënten die dagelijks regelmatig bijkomende inhalaties dienen te gebruiken, moeten sterk aangeraden worden om medisch advies in te winnen. Hun astma moet opnieuw geëvalueerd worden en hun onderhoudsbehandeling moet herzien worden.
Dosisaanbevelingen voor kinderen en adolescenten onder 18 jaar:
De veiligheid en werkzaamheid van Inuvair bij kinderen en adolescenten jonger dan 18 jaar zijn niet vastgesteld. De beschikbare gegevens met Inuvair bij kinderen tussen 5 en 11 jaar en adolescenten tussen de 12 en 17 jaar worden beschreven in rubriek 4.8, 5.1 en 5.2, maar er kan geen doseringsadvies worden gegeven.
De patiënten moeten regelmatig door een arts worden herbeoordeeld, opdat de Inuvair-dosering optimaal blijft en alleen op medisch advies wordt aangepast. De dosis dient te worden getitreerd naar de laagste dosis waarmee de symptomen effectief onder controle blijven. Indien de symptomen met de laagst aanbevolen dosis onder controle blijven, zou de volgende stap een proef met alleen een inhalatiecorticosteroïde kunnen zijn.
De patiënten dient te worden geadviseerd elke dag Inuvair te gebruiken, ook als er geen symptomen zijn.
COPD
Dosisaanbevelingen voor volwassenen van 18 jaar en ouder:
Twee inhalaties tweemaal daags.
Speciale patiëntengroepen
Het is niet nodig om de dosis bij oudere patiënten aan te passen. Er zijn geen gegevens beschikbaar over het gebruik van Inuvair bij patiënten met een lever- of nierfunctiestoornis (zie rubriek 5.2).
Wijze van toediening
Om er zeker van te zijn dat het geneesmiddel op de juiste wijze wordt toegediend, dient een arts of andere medische zorgverlener de patiënt het correcte gebruik van de inhalator te tonen. Correct gebruik van de dosis-aerosol is van essentieel belang wil de behandeling succesvol zijn. De patiënt dient te worden geadviseerd om de patiëntenbijsluiter zorgvuldig te lezen en zich te houden aan de gebruiksaanwijzingen zoals die in de bijsluiter staan.
Inuvair is voorzien van een teller op de achterkant van de inhalator die aangeeft hoeveel doses er overblijven. Voor de 120 doses presentatie wordt telkens wanneer de patiënt op de houder drukt een dosis van het geneesmiddel vrijgegeven en telt de dosisteller met 1 dosis af. Voor de 180 doses presentatie verdraait de dosisindicator met een kleine hoeveelheid telkens wanneer de patiënt op de houder drukt en wordt het aantal resterende doses weergegeven in intervallen van 20. Patiënten dienen geadviseerd te worden de inhalator niet te laten vallen, omdat dit ervoor kan zorgen dat de dosisteller aftelt.
Testen van de inhalator
Voordat de inhalator de eerste keer wordt gebruikt of indien de inhalator 14 dagen of langer niet is gebruikt, dient de patiënt één dosis in de lucht te spuiten om zich ervan te verzekeren dat de inhalator correct werkt. Nadat de inhalator voor de eerste keer getest werd, moet de teller 120 of 180 aangeven.
Indien mogelijk dienen de patiënten te staan of rechtop te zitten bij het inademen vanuit hun inhalator.
Gebruik van de inhalator
1. Patiënten dienen het beschermkapje van het mondstuk te verwijderen en te controleren of het mondstuk schoon is en vrij van stof en vuil of andere vreemde voorwerpen.
2. Patiënten dienen zo langzaam en diep mogelijk uit te ademen.
3. Patiënten dienen de houder verticaal te houden met het grote deel van de houder naar boven gericht en de lippen om het mondstuk te plaatsen zonder op het mondstuk te bijten.
4. Patiënten dienen tegelijkertijd langzaam en diep door de mond in te ademen. Nadat ze begonnen zijn met inademen, moeten ze op de bovenkant van de inhalator drukken om een dosis af te geven.
5. Patiënten dienende adem zolang mogelijk in te houden, en tot slot de inhalator uit de mond te halen en langzaam uit te ademen. Patiënten dienen niet in de inhalator uit te ademen.
Om nog een dosis in te nemen, dienen patiënten de inhalator gedurende ongeveer een halve minuut in verticale positie te houden en stap 2 tot en met 5 te herhalen.
BELANGRIJK: patiënten dienen stap 2 tot en met 5 niet te snel uitvoeren.
Na gebruik dienen patiënten de inhalator met de beschermkap af te sluiten en de dosisteller te controleren.
Patiënten dienen geadviseerd te worden een nieuwe inhalator te halen wanneer de dosisteller of dosisindicator het getal 20 aangeeft. Ze moeten stoppen met het gebruik van de inhalator wanneer de teller op 0 staat, omdat de resterende hoeveelheid in het toestel mogelijks niet voldoende is om een volledige dosis af te geven.
Indien na de inhalatie nevel verschijnt, ofwel uit de inhalator ofwel uit de mondhoeken, dient de procedure vanaf stap 2 te worden herhaald.
Voor patiënten met weinig kracht in de handen kan het gemakkelijker zijn om de inhalator met beide handen vast te houden. Daarbij moeten de wijsvingers boven op de houder van de inhalator worden geplaatst en beide duimen aan de onderkant van de inhalator.
De patiënten moeten na de inhalatie hun mond spoelen, met water gorgelen of hun tanden poetsen (zie rubriek 4.4).
Reinigen
De patiënten moet worden geadviseerd de patiëntenbijsluiter zorgvuldig te lezen voor de reinigingsinstructies. Voor regelmatige reiniging van de inhalator dient het beschermkapje van het mondstuk te worden verwijderd en de buiten- en binnenkant van het mondstuk met een droge doek te worden schoongewreven. Ze mogen de houder niet uit het aandrijfdeel verwijderen en geen water of andere vloeistof gebruiken om het mondstuk te reinigen.
Patiënten die moeite ondervinden om een dosis af te geven en gelijktijdig in te ademen, kunnen een AeroChamber PlusTM voorzetkamer gebruiken. Zij dienen door hun arts, apotheker of een verpleegkundige geïnstrueerd te worden over het juiste gebruik van de inhalator en voorzetkamer en hun inhalatietechniek dient gecontroleerd te worden om een optimale depositie van de geïnhaleerde medicijnen in de longen te waarborgen. Dit kan door patiënten die de Aerochamber gebruiken gerealiseerd worden, door zonder onderbreking, één keer langzaam en diep in te ademen door de voorzetkamer, zonder enige vertraging tussen dosisafgifte en inhalatie.
4.3 Contra-indicaties
Overgevoeligheid voor beclometasondipropionaat, formoterolfumaraatdihydraat of voor één van de hulpstoffen vermeld in sectie 6.1.
4.8 Bijwerkingen
Omdat Inuvair beclometasondipropionaat en formoterolfumaraatdihydraat bevat, kunnen het type en de ernst van de bijwerkingen die aan elk van beide verbindingen zijn gerelateerd, worden verwacht. Additionele bijwerkingen na gelijktijdige toediening van de twee verbindingen komen niet voor.
De bijwerkingen die verband houden met beclometasondipropionaat en formoterol, toegediend als vaste combinatie (Inuvair) en afzonderlijk toegediend, worden hieronder vermeld, ingedeeld naar systeem/orgaanklasse. De frequenties zijn als volgt gedefinieerd: zeer vaak (1/10), vaak (
1/100 en <1/10), soms (
1/1.000 en <1/100), zelden (
1/10.000 < 1/1.000) en zeer zelden (≤1/10.000).
Vaak en soms voorkomende bijwerkingen zijn afkomstig van gegevens uit klinische studies bij astma- en COPD-patiënten.
|
| |||
Infecties en parasitaire aandoeningen | Faryngitis, orale candidose, pneumonie* (bij COPD-patiënten) | Vaak |
Influenza, orale schimmelinfectie, orofaryngeale candidiasis, oesofageale candidiasis, vulvovaginale candidiasis, gastro-enteritis, sinusitis, rinitis
Soms
Bloed- en lymfestelsel-aandoeningen
Granulocytopenie
Soms
Trombocytopenie | Zeer zelden |
Immuunsysteem-aandoeningen
Allergische dermatitis
Soms
Overgevoeligheidsreacties, waaronder erytheem, oedeem van lippen, gelaat, ogen en farynx | Zeer zelden |
Endocriene aandoeningen
Bijniersuppressie
Zeer zelden
Voedings- en stofwisselingsstoor-nissen | Hypokaliëmie, hyperglykemie | Soms |
Psychische stoornissen
Rusteloosheid
Soms
Psychomotorische hyperactiviteit, slaapstoornissen, angst, depressie, agressie, gedragsveranderingen (voornamelijk bij kinderen)
Onbekend
Zenuwstelsel-aandoeningen
Hoofdpijn
Vaak
Tremor, duizeligheid
Soms
Oogaandoeningen
Glaucoom, cataract
Zeer zelden
Wazig zien (zie ook rubriek 4.4)
Onbekend
Evenwichtsorgaan- en ooraandoeningen
Otosalpingitis
Soms
Hartaandoeningen
Palpitaties, verlenging van gecorrigeerd QT-interval op ECG, verandering ECG, tachycardie, tachyaritmie, voorkamerfibrillatie*
Soms
Ventriculaire extrasystolen, angina pectoris
Zelden
Bloedvat-aandoeningen
Hyperemie, flushing
Soms
Ademhalingsstelsel-, borstkas- en mediastinum-aandoeningen
Dysfonie
Vaak
Hoesten, productieve hoest, keelirritatie, astmatische crisis
Soms
Paradoxale bronchospasmen
Zelden
Dyspnoe, exacerbatie van astma
Zeer zelden
Maagdarmstelsel-aandoeningen
Diarree, droge mond, dyspepsie, dysfagie, brandend gevoel van lippen, nausea, dysgeusie
Soms
Huid- en onderhuid-aandoeningen
Pruritus, huiduitslag, hyperhidrosis, urticaria
Soms
Angio-oedeem
Zelden
Skeletspierstelsel- en bindweefsel-aandoeningen
Spierspasmen, myalgie
Soms
Groeiretardatie bij kinderen en adolescenten
Zeer zelden
Nier- en urineweg-aandoeningen
Nefritis
Zelden
Algemene aandoeningen en toedieningsplaats-stoornissen
Perifeer oedeem
Zeer zelden
Onderzoeken
Verhoging C-reactieve proteïne, verhoogde bloedplaatjestelling, toename vrije vetzuren, verhoging bloedinsuline, verhoging bloedketonlichamen, verlaagde bloedcortisolspiegel*
Soms
Verhoogde bloeddruk, verlaagde bloeddruk
Zelden
Verminderde botdichtheid
Zeer zelden
*In een pivotale klinische studie bij COPD-patiënten, werd één gerelateerd niet ernstig geval van pneumonie gemeld bij een patiënt behandeld met Inuvair. Andere waargenomen bijwerkingen met Inuvair bij COPD klinische studies waren: verlaagde bloedcortisolspiegel en voorkamerfibrillatie.
Evenals bij andere inhalatiemedicatie kunnen paradoxale bronchospasmen optreden (zie rubriek 4.4 'Bijzondere waarschuwingen en voorzorgen bij het gebruik').
Van de waargenomen bijwerkingen worden de volgende typisch met formoterol geassocieerd:
hypokaliëmie, hoofdpijn, tremor, palpitaties, hoesten, spierspasmen en verlenging van het QTc-interval.
Bijwerkingen die typisch samenhangen met de toediening van beclometasondipropionaat, zijn:
orale schimmelinfecties, orale candidiasis, dysfonie, keelirritatie.
Dysfonie en candidiasis kunnen worden verlicht door na gebruik van het product met water te gorgelen, de mond met water te spoelen of de tanden te poetsen. Symptomatische candidiasis kan worden behandeld met lokale antimycotica, terwijl de behandeling met Inuvair wordt gecontinueerd.
Systemische effecten van inhalatiecorticosteroïden (bijv. beclometasondipropionaat) kunnen vooral optreden wanneer ze voor langere perioden in hoge doses worden voorgeschreven. Dit kunnen effecten zijn zoals bijniersuppressie, groeiretardatie bij kinderen en adolescenten, vermindering van de botmineraaldichtheid, cataract en glaucoom (zie ook rubriek 4.4).
Overgevoeligheidsreacties waaronder uitslag, urticaria pruritus, erytheem en zwelling van ogen, gezicht, lippen en keel kunnen ook voorkomen.
Pediatrische patiënten
In een 12 weken durende studie met adolescente astmapatiënten verschilde het veiligheidsprofiel van Inuvair niet met dat van beclometasondipropionaat monotherapie. Een pediatrische experimentele formulering van Inuvair met beclometasondipropionaat en formoterolfumaraat 50/6 microgram per dosis, toegediend aan astmatische kinderen tussen 5 en 11 jaar, gedurende een behandelingsperiode van 12 weken, vertoonde een veiligheidsprofiel dat vergelijkbaar is met de goedgekeurde, in de handel verkrijgbare afzonderlijke middelen formoterol en beclometasondipropionaat.
Dezelfde pediatrische formulering van Inuvair 50/6 microgram, toegediend aan astmatische kinderen tussen 5 en 11 jaar, gedurende een periode van 2 weken toonde echter geen non‑inferioriteit aan ten opzichte van de vrije combinatie van de in de handel verkrijgbare afzonderlijke middelen formoterol en beclometasondipropionaat wat betreft de groeisnelheid van de onderbenen.
Melding van vermoedelijke bijwerkingen
Het is belangrijk om na toelating van het geneesmiddel vermoedelijke bijwerkingen te melden. Op deze wijze kan de verhouding tussen voordelen en risico’s van het geneesmiddel voortdurend worden gevolgd. Beroepsbeoefenaren in de gezondheidszorg worden verzocht alle vermoedelijke bijwerkingen te melden via:
België:
Federaal Agentschap voor Geneesmiddelen en Gezondheidsproducten
Afdeling Vigilantie
| Postbus 97 |
Website: www.eenbijwerkingmelden.be
e-mail: adr@fagg.be
PRIJZEN
CNK code | Verpakking | ATC5 code | Prijs | Af-fabriek prijs | Voorschriftplichtig | Remgeld reguliere tegemoetkoming | Remgeld verhoogde tegemoetkoming |
---|---|---|---|---|---|---|---|
2433092 | INUVAIR 100/6MCG AEROSOL DOSES 1X120 | R03AK08 | € 42,95 | - | Ja | € 10,79 | € 6,41 |